F
OPMERKING:
- De Galileo heeft ongeveer 2 minuten
nodig om het ademhalingspatroon
te analyseren. De RBT wordt
gedurende
deze
minuten dan ook niet weergegeven.
- Als u de diepte van de diepste
verplichte
nadert, geeft de RBT aan hoe lang u
op deze diepte kunt blijven voordat
u op reserve zit.
Tankdruk op basis van een signaal
van de Smart-zender. De Smart-zender
heeft een bereik van 1,5 meter. In
tegenstelling tot op andere UWATEC
gasgeïntegreerde duikcomputers, is deze
waarde niet temperatuurgecompenseerd.
Er is weliswaar sprake van temperatuur-
compensatie met het oog op een juiste RBT-
berekening, maar de ongecompenseerde
waarde wordt weergegeven.
! WAARSCHUWING
- Als de Galileo gedurende 30 seconden
geen signaal van de zender ontvangt,
klinkt er gedurende 12 seconden een
akoestisch signaal en wordt het bericht
GEEN DRUKSIGNAAL op het display
weergegeven.
- Als de Galileo vervolgens nog eens geen
40 seconden een signaal van de zender
ontvangt, klinkt er opnieuw gedurende
12 seconden een akoestisch signaal en
wordt het bericht DRUKSIGNAAL WEG
weergegeven. Vervolgens wordt de RBT
niet langer weergegeven en wordt de
tankdruk vervangen door - - - . Controleer
de positie van de Galileo ten opzichte van
de zender. Begin aan de opstijging als de
tankdruk niet wordt weergegeven.
DRUKSIGNAAL
- Als
u
zet (hoofdstuk 2.6.8), krijgt u deze
waarschuwingen niet. In dat geval is
het van groot belang dat u de tankdruk
constant in de gaten houdt ter voorkoming
van een lage luchtvoorraad.
- Als de tankdruk 14 bar bedraagt, wordt de
zender uitgeschakeld en toont de Galileo
niet langer de tankdruk.
eerste
twee
decompressiestop
OFF
op
3. Duiken met de Galileo
Tankdruk buddy als uw buddy ook
gebruikmaakt van een UWATEC Smart-
zender, kunt u het signaal koppelen aan
de tankaanduiding BUDDY in de Galileo.
Als u zich vervolgens binnen een afstand
van 1,5 meter van de zender van uw buddy
bevindt, kunt u zijn tankdruk op het scherm
van de Galileo zien.
Zuurstofbalk: dit is de balk aan de
linkerkant van het display (configuratie
CLASSIC en FULL). Hiermee wordt de
zuurstofblootstelling grafisch weergegeven.
De balk bestaat uit tien blokjes. Het eerste
blokje wordt verlicht als de CNS O
5% is, de volgende blokjes vervolgens in
stappen van 10%. Acht verlichte blokjes
komen overeen met een CNS O
van 75%,waarna een waarschuwing kan
worden geactiveerd (zie hoofdstuk 2.6.2).
Bij 95% zijn alle blokjes verlicht. Bij 100%
gaat het CNS O
-alarm af.
2
95%
85%
75%
65%
55%
45%
35%
25%
15%
5%
Stikstofbalk: dit is de balk aan de
rechterkant van het display (configuratie
CLASSIC,
LIGHT en FULL). Dit is de
stikstofverzadiging van het belangrijkste
weefselcompartiment. De balk bestaat
uit tien blokjes. De eerste negen blokjes
staan voor een geleidelijke toename van
de stikstofverzadiging, maar nog steeds
binnen de nultijd. Als het tiende blokje
verlicht
is,
is
een
verplicht.
1-6 blokjes: u bevindt zich veilig binnen de
nultijdzone.
7-9 blokjes: u zit vlakbij een decompressieduik.
10 blokjes: u bent verplicht om een
decompressiestop te maken.
Tijdens
de
oppervlakte-interval
het aantal verlichte blokjes geleidelijk af
aangezien de Galileo de afgifte van stikstof
uit de weefsels bijhoudt.
-waarde
2
-waarde
2
10***
7-9**
1-6*
decompressiestop
neemt
51