Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfname
Programma-afloop van de
branderautomaat LAL 2.25
T1 Voorventilatietijd
T2 Veiligheidstijd
T3n Voorontstekingstijd
— Sluittijd van de beveiligingsafsluiters
bij het verdwijnen van het
vlamsignaal
Werking
Om het principeschema eenvoudig te
houden zijn niet alle elektrische
componenten weergegeven.
Aangenomen wordt dat :
de elektrische voeding in orde is.
–
de vooringestelde waarden van de
–
drukschakelaars en de nokken van
de servomotor correct zijn.
Stuursignaal vanuit de
de branderautomaat
Benodigde
ingangsignalen
De aangegeven klemnummers zijn die
van de automaatsokkel.
Door het kijkglaasje aan de voorzijde
van de automaat, naast de resetknop,
worden de symbolen van de
programma-afloop op de nokkenschijf
weergegeven.
Programma-afloop :
De brandermotor gaat lopen,
zodra er spanning staat op
klem 6.
22,5 s
– Netspanning komt op klem 1,
max 5 s
– De luchtklep staat in
15 s
gesloten "ZU"-stand.
De spanning op klem 11
gaat over op klem 8.
< 1 s
– De luchtdrukschakelaar staat
in ruststand.
De Spanning op klem 12
wordt op klem 13 gezet.
– De contacten van de
thermostaten staan gesloten.
De spanning op klem 4 gaat
over op klem 5.
De servomotor opent de
luchtklep tot in de vollaststand
( nok I ) over klem 9 met
terugmelding naar klem 8.
Het begin van de voorventilatie.
Het begin van de
ventilatordrukbeveiliging over de
luchtdrukschakelaars en
terugmelding naar klem 4.
De verbinding tussen klem 4 en
klem 13 wordt onderbroken.
Het begin van de
voorontsteking op klem 15.
De servomotor zet de luchtklep
in ontstekings stand ( Nok III )
Spanning op klem 10, met
terugmelding naar klem 8.
Gelijktijdig openen van het
magneetventiel 1ste trap en
motorpompgroep via klem 18.
9803 / 13 000 685A
Begin van de Veiligheidstijd
Begin van de permanente
vlambewaking door de
weerstandcel tussen klem 22
en 23.
1 De ontsteking wordt
uitgeschakeld en kort daarna
eindigt de begrenzingstijd.
Vrijgave van de regeling door
spanning op klem 20.
De thermostaat 2de trap geeft
via deze klem stroom op de
SQN servomotor.
In stand " warmtevraag" gaat de
luchtklep totaal open en komt
het magneetventiel 2de trap
onder spanning via nok IV (
SQN )
In stand " geen warmte vraag "
komt de luchtklep om startstand
( Nok III )
Alleen het magneetventiel 1ste
trap blijft onder spanning.
De branderstop komt via de
regelthermostaat te openen
tussen klem 4 en 5;
dan sluiting van de luchtklep via
klem 11 en terugmelding naar
klem 8.
Brander wacht op terug
startorder.
Verplichting :
Bij continu bedrijf moet de brander
iedere dag, éénmaal over de
regelthermostaat uitgeschakeld
worden.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
