Installatievoorschriften
Hoogte : 500 meter
Aanpassing i.f.v; de hoogte :
De lengte van de aangeduide leidingen
dient men te verminderen met :
voor een
Ø 6/8 mm Ø 8/10 mm
hoogte van
1000 m
0,50 m
1500 m
1,00 m
2000 m
1,25 m
2500 m
1,50 m
Montage
Branderkop :
• De frontplaat van de ketel volgens
de hiernaast staande tekening
voorbereiden.
Diameter 172 tot 195
• Branderkop monteren op de ketel
met meegeleverde dichting.
Is de ketel uitgerust met een
vuurhaarddeur, dan moet de vrije
ruimte tussen branderkop en keteldeur
met vuurvast materiaal worden
opgevuld ( behoort niet tot de levering )
H
Installatie tweepijps (m)
(m)
EK 05-70
pomp 70 l/h
Ø mm
8/10
4,0
41,5
3,0
36,5
2,0
31,0
1,0
26,0
+ 0,5
23,0
1,00 m
0
21,0
2,00 m
- 0,5
-
3,00 m
1,0
-
3,50 m
2,0
-
3,0
-
4,0
-
9803 / 13 000 685A
EK 05-100
pomp 120 l/h
Ø mm
12/14
10/12
14/16
-
60,0
-
-
52,0
-
-
45,0
-
-
38,0
-
-
34,0
-
83,0
30,0
83,0
83,0
-
83,0
83,0
-
83,0
59,0
-
64,0
33,0
-
36,0
7,5
-
8,0
Branderhuis :
Het branderhuis hangt onder de
branderkop-as
• De twee moeren onder het
branderhuis geheel losschroeven en
de twee bovenste moeren zo ver
mogelijk losschroeven.
• Het branderhuis schuin naar voren
plaatsen en de twee bovenste
pennen in de beide sponningen en
het tussenstuk hangen.
• Het branderhuis tegen het
tussenstuk drukken en de vier
moeren stevig aandraaien.
• Indien nodig kan het branderhuis
boven de branderkop-as
gemonteerd worden.
In dat geval, in omgekeerde
volgorde de beschreven
handelingen uitvoeren.
• Andere branderhuis posities zijn niet
toelaatbaar.
Aansluiting van de stookolie
Het verbinden van de olieslangen met
de stookolieleidingen wordt
gerealiseerd met koppelstukken 1/2".
Aandacht moet getrokken worden
opdat deze uitvoering de demontage
van de brander toelaat.
Tweepijpssysteem.
de grafiek hiernaast laat toe de juiste
diameter van de leiding te bepalen in
funktie van de afstand L en de hoogte
verschil H ( fuel dichtheid 0,84 aan t°
10°C) en rekening houdend van een
afsluiter, een terugslagklep en 4
bochten.
Elektrische aansluiting.
Men dient zich, waar het de brander
betreft, aan het meegeleverde
elektrisch schema te houden.
De stroomvoorziening en de
elektrische montage dienen volgens
de geldende normen te geschieden.
De aarding moet aangesloten en
getest worden.
De brander wordt geleverd voor een
netspanning van 400 V - 50 Hz
wissel-stroom met nulleider en aarding.
Het aansluiten van de brander op een
driefasig 230 V net, vereist een
wijziging van de motoraansluiting, de
zekeringen en het eventueel
inbouwen van een
scheidingstransformator van 400 VA
in het stuurstroomcircuit. Dit alles
behoort niet tot de standaard levering.
De aansluitkabels naar de
klemmenstrook moeten door de
wartels met trekontlasting gevoerd
worden.
5