Algemene gegevens
Inhoudsopgave
Levering ............................................... 3
Montage ............................................... 5
Afstelling .........................................6 - 7
2
Garantievoorwaarden
Zowel de montage alsook de
inbedrijfstelling dient door een
geautoriseerde vakman te worden
uitgevoerd. Men dient de geldende
voorschriften en richtlijnen alsmede
deze handleiding in acht te nemen.
Het niet in acht nemen van deze
voorschriften kan ertoe leiden dat de
fabrikant alle verantwoordelijkheid
afwijst.
Veiligheidsvoorschriften
De brander is voornamelijk voor
montage op verwarmingsketels
ontworpen. De schoorsteen en de
veiligheden dienen aan de daarvoor
gelde voorschriften en normen te
voldoen.
De stookruimte dient te zijn voorzien
van een goede luchttoevoer en
luchtafvoer, geheel volgens de
hiervoor geldende voorschriften. De
aan te zuigen lucht voor de brander
mag geen chloorhoudende of andere
chemische produkten bevatten.
De stroomtoevoer naar de
branderautomaat en
branderschakelaar dient van een
geaarde nulleider te zijn voorzien. Is
dat niet het geval, dan dient een
scheidingstransformator te worden
toegepast (afzekeren en différentiaal
schakelaar 30 mA).
9803 / 13 000 685A
De brander moet van het net kunnen
worden geisoleerd met behulp van
een meerpolig onderbrekingstoestel in
overeenstemming met de normen van
kracht.
Het servicepersoneel dient in alle
gevallen zorgvuldig te handelen en
elk lichamelijk contact met thermisch
niet geïsoleerde onderdelen en
elektrische bedrading is te vermijden.
Bij overstromingen, in geval van
brand, lekkage van brandstof, of als
de brander ruikt en/of vreemde
geluiden maakt, dient u direct de
brandstoftoevoer en de stroomtoevoer
uit te schakelen, om vervolgens een
vakman te verwittigen.
Het natspuiten van de
stroomvoerende delen dient te
worden vermeden. Voor het
schoonmaken van de brander mogen
geen chloorhoudende middelen
worden gebruikt.
Jaarlijks, en wel voor aanvang van
het nieuwe stookseizoen, dient de
vuurhaard, het gehele rookgaskanaal
en de schoorsteen te worden
gecontroleerd en gereinigd.
Ook hier dient men de geldende
voorschriften in acht te nemen.
1
Olieslangen
2
Motorpompgroep
3
Luchtdrukmeetnippel
4
Weerstandcel
5
Hoogspanningstransfo
6
Branderbuis
7
Schakelbord
8
Luchtkast
9
Servomotor
10
Branderhuis
11
Branderautomaat
12
Motor ventilator
13
Omkasting