Het wijzigen van instellingen
Schakel met de toetsen of de
vergrendeling in of uit.
0: De vergrendeling is uitgeschakeld.
1: De vergrendeling is ingeschakeld.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Wat u heeft ingesteld, wordt overgeno-
men. Symbool knippert.
Raak de toets voor de instellingen
aan om de instelmodus te verlaten.
Doet u dat niet, dan haalt de elektro-
nische besturing na ca. één minuut
het apparaat automatisch uit de in-
stelmodus.
Is de vergrendeling ingeschakeld, dan
brandt in het display.
26
Geluidssignalen
Het apparaat beschikt over geluidssig-
nalen, nl. een toetssignaal en een zoe-
mer bij deur- en temperatuuralarm.
Het toetssignaal en de zoemer bij deur-
alarm kunt u in- en uitschakelen.
Er zijn vier varianten. Vanuit de fabriek
is variant 3 ingesteld, d.w.z. toetssig-
naal en zoemer bij deuralarm zijn inge-
schakeld.
Geluidssignalen in-/uitschakelen
Tip de toets voor de instellingen aan.
In het display verschijnen alle symbolen
voor de instelmodus. Symbool knip-
pert.
Tip de temperatuurtoetsen ( of )
zo vaak aan, totdat in het display
symbool begint te knipperen.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
In het display knippert de laatst inge-
stelde variant. Symbool brandt.