VRC
2
ALGEMENE INFORMATIE
Gebruiksomstandigheden
BAC-koelapparatuur is ontworpen voor de hieronder vermelde bedrijfscondities die tijdens het gebruik niet
overschreden mogen worden.
•
Windbelasting: Neem contact op met uw lokale BAC-vertegenwoordiger voor meer informatie over een
veilige werking van niet-afgeschermde apparatuur die blootstaat aan windsnelheden van meer dan 120
km/h en die op meer dan 30 m boven de grond geïnstalleerd is.
•
Aardbevingsgevaar: Neem contact op met uw lokale BAC-vertegenwoordiger voor meer informatie over
een veilige werking van apparatuur in gebieden met een middelhoog tot hoog aardbevingsrisico.
Standaard elektrische motoren zijn geschikt voor omgevingstemperaturen van -25°C tot +40°C.
•
Ontwerpdruk: 23 bar (std.) of 28 bar (optie) volgens PED
•
Koelmiddelinlaattemperatuur: max. 120°C
•
Koelmideluitlaattemperatuur: min. - 20°C
•
Geschikte koelmiddelen: natuurlijke koelmiddelen (R-717, R-1270), halogeenkoolwaterstofkoelmiddelen,
hydrofluorkoolwaterstoffen (HFK's).
Standaardcondensorbatterijen worden van zwart staal vervaardigd en na fabricage thermisch verzinkt en
kunnen bepaalde verontreinigingen zoals koolstof, ijzeroxide en lasbramen bevatten. Bij gebruik van
koelmiddelen met halogeenkoolwaterstoffen (of hydrofluorkoolwaterstoffen of HFK's) en gevoelige
systeemonderdelen, zoals elektronische expansieventielen of semi-hermetische compressoren moet rekening
worden gehouden met de inwendige batterijtoestand en vochtige lucht. Om de bedrijfszekerheid van deze
componenten op condensorbatterijen te waarborgen moet de installateur ter plaatse de nodige voorzorgen
treffen.
Maximum sproeidruk: 14 kPa (Wij adviseren bij de inlaat van het waterverdeelsysteem een manometer aan te
brengen als derden de pomp(en) installeren).
Zorg ervoor dat bij omgevingstemperaturen boven 40°C de sproeiwaterpomp ingeschakeld blijft, ook als de
condensor buiten werking is. Hierdoor wordt het ongewenst lozen van koelmiddel via de veiligheidsventielen
(door anderen) voorkomen.
Bij reservepompopstellingen voor verdampingscondensors moet elke pomp ten minste tweemaal per
week afwisselend worden ingeschakeld om stilstaand water en bacterie-aangroei te voorkomen.
ONTLUCHTINGSVEREISTEN
De installateur van BAC-condensors moet een gepaste systeemontluchting uitvoeren, voordat het systeem
wordt ingeschakeld.
Ingesloten lucht kan de vrije afvoer van koelmiddel verhinderen en het condensatievermogen verminderen,
waardoor hogere werkdrukken kunnen ontstaan dan toegelaten.
Alle (door derden geïnstalleerde) aansluitingen moeten op lekdichtheid getest zijn.
Om te controleren dat er zich geen niet-condenseerbare gassen in het koelsysteem bevinden, volgt u de
aanwijzingen in het BAC Application Handbook – EU Editie, (https://www.baltimoreaircoil.eu/downloads/pdf-
Application-Handbook-EU-Edition), sectie 'Condenser Engineering Guidelines'.
6
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . E U
2 Algemene informatie
2 Algemene informatie