UITLIJNING AANDRIJVING
Een juiste uitlijning van de aandrijving garandeert een optimale levensduur van de riem. Controleer de uitlijning
op standaardaandrijvingen na correcte riemaanspanning door tussen beide riemschijven een waterpas te
plaatsen zoals aangegeven op de onderstaande figuur.
Wanneer de aandrijvingen juist zijn uitgelijnd mag de tussen de waterpas en de schijf gemeten opening niet
groter zijn dan 0,5 mm per 100 mm ventilatorriemschijfdiameter.
Riemschijfuitlijning controleren
1. Motorriemschijf
2. Ventilatorriemschijf
3. Raakpunten
SLUITRING
1. Draai de stelschroef los.
2. Sla de sluitring (in de bestaande opening) met een centreerpen tangentiaal op de draairichting terwijl u de as
vasthoudt.
3. Zet de schroef weer vast.
Sluitringsamenbouw
1. Draairichting
2. Centreerpen: sla de sluitring in de ventilatordraairichting tot de nok vastklikt.
3. Zet de stelschroef vast.
ROTATIE VENTILATOR(EN) EN POMP(EN)
Ventilatoren moeten ongehinderd kunnen draaien en de beide ventilatoren en pompen moeten in de juiste
richting draaien. De draairichting is met pijlen aangeduid, Controleer de juiste werking als volgt:
1. Stop de ventilator(en) en de pomp(en).
2. Draai de ventilator met de hand om te controleren of deze ongehinderd draait. Verwijder eventueel
aanwezige obstakels.
22
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . E U