3 Instellingen, functies en displays
Instellingen kunnen worden gewijzigd in de
configuratie- en weergavemodus. Om naar
de configuratie- en weergavemodus te gaan,
mag er geen sensor in het meettoestel zijn
geplaatst. De configuratie- en displaymodus
kunnen in- of uitgeschakeld worden door de
OK-knop gedurende twee seconden ingedrukt te
houden. Er klinkt een akoestisch signaal en het
hoofdmenu wordt weergegeven samen met de
bijbehorende symbolen. De symbolen tonen de
sub-menu's
:
1
• Opgeslagen testresultaten
• Toestelinstellingen
• Functionaliteitstest
• Configuratie sensorcode
• Stopwatch-functie
• Hartslag
(1F)
Kies een symbool om naar het bijbehorende sub-
menu te gaan.
17
(1A)
(1B)
(1C)
(1D)
(1E)
Druk kort op een van de twee pijlen om een
symbool te selecteren. Het geselecteerde
symbool wordt weergegeven met een zwarte
achtergrond. Door op de knop OK te drukken
wordt u naar het submenu gebracht. Nadat u
uw configuratie in het submenu hebt voltooid
en uw selectie hebt bevestigd met de knop OK,
keert u terug naar het hoofdmenu. Als u op de
knop Terug drukt, keert u ook terug naar het
hoofdmenu. De laatste fase wordt geannuleerd en
u keert terug naar de vorige status.
1A
1B
1C
1
1D
1E
1F