3x400V voor F1253PC-4/6
kW
1
2
0,5
on
off
1,0
off
off
1,5
on
off
2,0
off
off
2,5
on
off
3,0
off
off
3,5
on
off
4,0
off
on
4,5
on
on
5,0
off
on
5,5
on
on
6,0
off
on
6,5
on
on
3x400V
AA1-S2
In de afbeelding wordt de dip-switch (AA1-S2) in de fa-
brieksinstelling getoond.
Noodstand thermostaat
De aanvoertemperatuur in de noodstand wordt ingesteld
met een thermostaat (FQ10). Deze kan worden ingesteld
op 35 (voorinstelling, bijvoorbeeld vloerverwarming) of
45 °C (bijvoorbeeld radiatoren).
För frånluftsvärme!
K
L E
26
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
3
4
5
off
off
off
on
off
off
on
off
off
off
off
on
off
off
on
on
off
on
on
off
on
on
off
off
on
off
off
off
off
on
off
off
on
on
off
on
on
off
on
För markvärme!
K
L E
Optionele
6
aansluitingen
off
off
off
LAADMONITOR
off
Geïntegreerde vermogensregeling
off
F1253PC is voorzien van een eenvoudige vorm van een
off
geïntegreerde vermogensregeling, die de vermogentrap-
off
pen voor de elektrische bijverwarming beperkt door te
on
berekenen of toekomstige vermogentrappen kunnen
on
worden aangesloten op de relevante fase zonder dat de
on
gespecificeerde hoofdzekering wordt overschreden. In-
on
dien de stroom de gespecificeerde hoofdzekering mocht
on
overschrijden, is de vermogenstrap niet toegestaan. De
on
grootte van de hoofdzekering van het gebouw is gespe-
cificeerd in menu 5.1.12.
Vermogensregeling met stroomsensor
Als er in het gebouw veel stroomverbruikende producten
zijn aangesloten terwijl de elektrische bijverwarming in
bedrijf is, bestaat het risico dat de hoofdzekeringen van
het gebouw doorslaan. F1253PC is voorzien van een
vermogensregeling die met behulp van een stroomsen-
sor de elektrische stappen voor de elektrische bijverwar-
ming monitort door de stroom tussen de verschillende
fasen te verdelen of door de elektrische bijverwarming
uit te schakelen bij een overbelasting in een fase. Als
de overbelasting ondanks het uitschakelen van de elek-
trische bijverwarming blijft bestaan, toert de compressor
terug. Er wordt weer ingeschakeld als het overige
stroomverbruik afneemt.
LET OP!
Activeer voor een volledige functie fasedetectie
in menu 5.1.12, indien er stroomsensoren zijn
geïnstalleerd.
Aansluiten van stroomsensoren
Om de stroom te meten, moet een stroomsensor wor-
den gemonteerd op iedere ingaande faseleiding in de
verdeelkast. De verdeelkast is een prima plek voor de
installatie.
Sluit de stroomsensoren aan op een meeraderige kabel
in een behuizing direct naast de elektrische verdeelkast.
De meeraderige kabel tussen de behuizing en de
F1253PC moet een kabeldikte van minimaal 0,5 mm²
hebben.
NIBE F1253PC