HET BRONSYSTEEM AANSLUITEN
• Isoleer alle binnenleidingen voor de bronvloeistof te-
gen condensatie.
• Het niveaureservoir moet worden geïnstalleerd op het
hoogste punt van het bronsysteem van de binnenko-
mende leiding vóór de circulatiepomp van het bronsys-
teem (optie 1).
Indien het niveaureservoir niet op het hoogste punt
kan worden geplaatst, moet er een expansievat wor-
den gebruikt (optie 2).
Voorzichtig!
Bij het niveaureservoir kan condensvorming
optreden. Plaats het reservoir daarom zodanig
dat andere apparatuur niet kan worden bescha-
digd.
• Op het niveaureservoir moet het gebruikte type anti-
vriesmiddel worden vermeld.
• Installeer het bijgeleverde overstortventiel onder het
niveaureservoir, zoals afgebeeld.
• Installeer een afsluiter voor uitgaande bronvloeistof
zo dicht mogelijk bij de warmtepomp.
• Monteer de meegeleverde filterbal op de binnenko-
mende bronvloeistof.
TIP
Bij gebruik van vulaansluiting KB25/KB32 hoeft
de meegeleverde filterbal niet te worden aan-
gebracht.
Bij een open grondwatersysteem moet er, met het oog
op verontreiniging en bevriezingsgevaar in de verdamper,
een tussenliggend en tegen bevriezing beveiligd circuit
worden geïnstalleerd. Hiervoor is een extra warmtewis-
selaar nodig.
Optie 1
18
Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen
Optie 2
P
XL6
-QZ20
XL7
Afgiftesysteem
Een klimaatsysteem is een systeem dat de binnentem-
peratuur regelt met behulp van het regelsysteem in
F1253PC en bijvoorbeeld radiatoren, vloerverwarming,
vloerkoeling, ventilatiespiralen enz.
AANSLUITEN VAN HET AFGIFTESYSTEEM
Als volgt installeren:
• expansievat (CM1)
• drukmeter (BP5)
• drukontlastklep (FL2)
De aanbevolen openingsdruk is 0,25 MPa (2,5 bar).
Voor informatie over de maximale openingsdruk, zie
de technische specificaties. Installeer de veiligheids-
klep zoals op de afbeelding.
• meegeleverde filterbal (QZ2)
Installeer de filterbal zo dicht mogelijk bij F1253PC.
• stopafsluiter (QM31)
Installeer de stopafsluiter zo dicht mogelijk bij
F1253PC.
• Bij aansluiting op een systeem met thermostaten op
alle radiatoren of vloerverwarmingsspiralen moet er
een bypassklep worden gemonteerd of moet een
aantal thermostaten worden verwijderd om voldoende
doorstroming en warmteopwekking te waarborgen.
XL1
P
XL2
Koud en warm water
De instellingen voor warmtapwater worden gedaan in
menu 5.1.1.
KOUD EN WARM WATER AANSLUITEN
Als volgt installeren:
• afsluiter
• terugslagklep
• drukontlastklep
Het overstortventiel mag een openingsdruk hebben
van max. 1,0 MPa (10,0 bar) en moet op de inkomende
leiding voor water voor huishoudelijk gebruik worden
gemonteerd, zie de tekening.
• mengklep
NIBE F1253PC