Afmetingen en
waterzijdige
aansluitingen
560
600
525
470
390
210
130
50
XL1
XL6
XL4
AFMETINGEN LEIDING
Aansluiting
(XL6)/(XL7) Bronvloeistof in/uit ext. Ø
(XL1)/(XL2) Verwarmingsmedium aan-
voer/retour ext. Ø
(XL3)/(XL4) Koud water/warmtapwater Ø
* Kan worden gebogen voor zijaansluiting.
NIBE F1253PC
440
XL3
XL7
XL2
4/6
kW
(mm)
28
(mm)
22
(mm)
22
Bronsysteem
COLLECTOR
LET OP!
De lengte van de collectorslang varieert en is
afhankelijk van de eigenschappen van gesteen-
te/bodem, de klimaatzone en het afgiftesys-
teem (radiatoren of vloerverwarming) en de
warmtevraag van het gebouw. Voor iedere in-
stallatie moet afzonderlijk het juiste formaat
worden bepaald.
Max. lengte per spiraal voor de collector mag niet meer
zijn dan 400 m.
In het geval er meerdere collectoren benodigd zijn, die-
nen deze parallel te worden aangesloten met de moge-
lijkheid om de doorstroming van de betreffende collector
in te regelen.
Bij horizontale collector moet de slang op een diepte
worden aangebracht die wordt bepaald door de omstan-
digheden ter plaatse en moet de afstand tussen de
slangen minstens 1 meter zijn.
Voor meerdere boorgaten moet de afstand tussen de
gaten worden bepaald aan de hand van de omstandig-
heden ter plaatse.
Zorg ervoor dat de horizontale collectorslang voortdurend
omhoog loopt naar de warmtepomp. Hierdoor worden
luchtbellen in het systeem voorkomen. Indien dit niet
mogelijk is, dienen er ontluchtingsmogelijkheden te
worden aangebracht.
Omdat de temperatuur van het bronsysteem tot onder
0 °C kan dalen, moet het tegen bevriezing worden be-
veiligd tot -15 °C. Een goede richtwaarde voor het be-
rekenen van het volume is 1 liter voorgemengde bron-
vloeistof per meter collectorslang (bij gebruik van PEM-
slang 40x2,4 PN 6,3).
ZIJAANSLUITING
U kunt de flexibele aansluitingen van de bronvloeistof
buigen voor een zijaansluiting in plaats van een boven-
aansluiting.
Een aansluiting buigen:
1.
Ontkoppel de leiding van de bovenaansluiting.
2.
Buig de leiding in de gewenste richting.
3.
Kort, indien nodig, de leiding af tot de gewenste
lengte.
Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen
17