12. Start deze cyclus tweemaal van punt (9) tot (11). (4 tot 6 maal in geval van
zuivere gassen).
13. Draai de cilinder- of bundelkleppen (1) langzaam ten minste 2 slagen
open.
14. Open langzaam de hogedrukafsluiter (2).
●
Zorg ervoor dat een flexibele slang niet tegen de grond of een muur
schuurt.
Bevestig de ketting die de cilinders in de rekken houdt. In het geval
●
van bundels, zorg ervoor dat ze op een horizontaal oppervlak liggen.
Alle flexibele slangen of pigtails moeten zijn aangesloten en de
●
veiligheidskabels moeten zijn vastgehaakt voordat de cilinders of
bundelkleppen worden geopend.
●
In geval van brandbare gassen, moet u ervoor zorgen dat de bundels
met de grond verbonden zijn, voordat u ze op de gasverdeler aansluit.
* Verschillende posities volgens modellen
5.2 Na gebruik
Sluit alle afsluitkranen en cilinder- (of bundel-) kleppen.
Open de ontluchtingskleppen, ontlucht de installatie en de flexibele slangen
(of pigtails). De manometers moeten "0" aangeven.
Sluit de ontluchtingskleppen weer.
Demonteer en berg de flexibele slangen of de pigtails zorgvuldig op. Veilig
opbergen tegen stof en vocht.
- Schroef de blinde stoppen op de "Hoge druk" inlaatpoorten.
Externe reiniging van het spruitstuksysteem
De apparatuur moet worden gereinigd zonder deze te demonteren of zonder de
afsluitings-, meet- en regelinrichtingen te bedienen. Voor de reiniging moeten
neutrale producten worden gebruikt, die op geen enkele wijze mogen inwerken
op de apparatuur en op de materialen waarvan deze is gemaakt.
Gebruiksaanwijzing voor gasverdelers
pagina 18/26