Extra printer instellen
> Rapporten > Pagina Menu‐instellingen
Netwerkconfiguratiepagina afdrukken
Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een
netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van
het afdrukken via een netwerk.
1
Blader in het startscherm naar:
> Rapporten > Netwerkconfiguratiepagina
2
Controleer het eerste gedeelte van de pagina met netwerkinstellingen om te zien of bij Status wordt aangegeven
dat de printer is aangesloten.
Als bij Status wordt aangegeven dat de printer niet is aangesloten, is het mogelijk dat het LAN-aansluitpunt
niet actief is of dat de netwerkkabel niet goed functioneert. Vraag de systeembeheerder om dit probleem op te
lossen en druk daarna nog een pagina met netwerkinstellingen af.
De printersoftware instellen
De printer installeren
1
Verkrijg een exemplaar van het software-installatiepakket.
2
Voer het installatieprogramma uit en volg de instructies op het beeldscherm van de computer.
3
Voor Macintosh-gebruikers: voeg de printer toe.
Opmerking: Noteer het IP-adres van de printer uit het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten.
Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen
Voor Windows‐gebruikers
1
Open de printermap.
Windows 8
Vanuit de charm Zoeken, typ uitvoeren, en navigeer dan naar:
Uitvoeren > typ control printers >OK
Windows 7 en eerder
a
Klik op
of klik op Start en dan op Uitvoeren.
b
Typ control printers.
c
Druk op Enter of klik op OK.
2
Selecteer de printer die u wilt bijwerken, en voer dan een van de volgende handelingen uit:
•
Voor Windows 7 of latere versies, kies Printereigenschappen.
•
Voor eerdere versies, kies Eigenschappen.
51