8
Vaak gestelde vragen
Waarom stel ik de kamerstreeftemperatuur in, ondanks dat
die niet wordt gemeten?
Wanneer u de kamerstreeftemperatuur instelt, verandert u
daardoor de stooklijn. Met de verandering van de stooklijn ver-
andert de temperatuur van het cv-water en daarmee de tempe-
ratuur aan de radiatoren of de vloerverwarming.
Waarom worden bij hogere buitentemperaturen de radiato-
ren te warm?
Ook in zomerbedrijf kunnen radiatoren onder bepaalde om-
standigheden kortstondig worden verwarmd: de pomp wordt
automatisch met een bepaalde interval gestart, om te voorko-
men dat deze "vast komt te zitten" (blokkeert). Indien de pomp
direct na het opwarmen van drinkwater wordt gestart, wordt de
niet gebruikte restwarmte via het cv-circuit en de radiatoren af-
gevoerd.
Waarom draait de pomp 's nachts, ondanks dat niet of
slechts heel weinig wordt verwarmd?
Als een bepaalde buitentemperatuur wordt onderschreden,
werkt de verwarming om het bevriezen van de installatie te
voorkomen (vorstbeveiliging).
Waarom draait de extra warmtebron als het klokprogram-
ma van koelen naar verwarmen omschakelt?
Na een langer verlaagd regime kan eventueel naast de warmte-
pomp ook de extra warmtebron worden ingeschakeld om de
gewenste warmwatertemperatuur te bereiken. Kortere ver-
laagde fasen of afzien van verlaging verhogen het comfort en
voorkomen dit opwarmgedrag.
De gemeten kamertemperatuur is hoger dan de gewenste
kamertemperatuur. Waarom werkt de warmteproducent
dan toch?
De warmteproducent kan verwarmen, om warm water op te
warmen.
Uw installatie kan op 2 mogelijke typen regeling zijn ingesteld
( hoofdstuk 2.2, pagina 5).
Bij een weersafhankelijke regeling (ook met invloed van de ka-
mertemperatuur) kan de warmteproducent werken, ook, wan-
neer de in de gemeten kamertemperatuur hoger is dan de
ingestelde kamertemperatuur. Daardoor worden ook andere
ruimten zonder eigen afstandsbediening altijd voldoende van
warmte voorzien.
Waarom schakelt de verwarming niet uit, ondanks dat de
buitentemperatuur de ingestelde temperatuurdrempel
voor de zomeruitschakeling heeft bereikt?
De zomeruitschakeling op buitentemperatuur houdt rekening
met de thermische traagheid van de verwarmde gebouwmassa
HPC400 – 6 720 822 134 (2017/10)
(demping door gebouwsoort). Daarom duurt het bij het berei-
ken van de temperatuurdrempel in de overgangstijd enkele
uren, tot de omschakeling plaatsvindt.
Vaak gestelde vragen
41