Controle van de temperatuursensor
Aansluiting op de binnenmodule
De temperatuursensoren zijn aangesloten op de laagspanningsinstallatieplaten.
Temperatuursensor
Sensor uitwendige temperatuur WE-027
■
Temperatuursensor in de buffertank WE-019/01
■
Watertemperatuursensor voor de warmwaterboiler van de centrale verwarming, WE-019/01
■
Watertemperatuursensor op de voeding van de installatie WE-019/05
■
Sensor ruimtetemperatuur WE-033
■
Controle van de zekeringen
De zekering F1 bevindt zich op de hoofdplaat van de
■
binneneenheid.
Soort zekering:
–
T 2,0 A H, 250 V~
–
Maximum vermogensverlies ≤ 2,5 W
1.
Uitschakeling van de voedingsspanning.
2.
Openen van de aansluitingsruimte.
3.
Controleer de zekering, en vervang deze indien nodig.
Opmerking!
Onjuist geïnstalleerde zekeringen kunnen het risico op brand
vergroten.
Installeer de zekeringen zonder kracht te zetten. Plaats de
■
zekering correct.
Gebruik alleen zekeringen van hetzelfde type en dezelfde
■
kenmerken
Opmerking!
Door het verwijderen van zekeringen wordt het belastingscircuit niet losgekoppeld van de spanning. Het aanraken van geleidende
componenten kan leiden tot ernstig letsel door elektrische stroom. Koppel tijdens werkzaamheden aan het apparaat beslist ook
het belastingscircuit los.
NL-115B_f.1425
Meetelement
NTC 10 kΩ
F1
39