Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voorwaarden Voor Een Veilig En Betrouwbare Werking; Beschrijving Van Het Apparaat - Kospel HPM2.Z Installatie En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Voorwaarden voor een veilig en betrouwbare werking

1.
Door de inhoud van deze gebruikshandleiding te lezen kan het apparaat correct worden geïnstalleerd en gebruikt, waardoor
het langdurig en betrouwbaar blijft werken.
2.
Het apparaat dient te worden geïnstalleerd volgens de nationale installatievoorschriften.
3.
Efficiënte elektrische installatie uitgevoerd volgens de PN-IEC 60364 norm.
4.
Conform het beoogd gebruik kan het apparaat enkel worden geïnstalleerd en gebruikt in gesloten verwarmingssystemen
volgens EN 12828, rekening houdend met de gepaste installatie-, onderhouds- en bedieningsinstructies.
Werkzaamheden aan het koelcircuit mogen enkel worden verricht door personen die geautoriseerd zijn voor deze specialiteit.
De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een Erkende Installateur of een door hem aangewezen persoon met de
geschikte bevoegdheid.
5.
Ongeschikte omgevingsomstandigheden kunnen de installatie beschadigen en de gebruiksveiligheid in gevaar brengen
(vermijd luchtverontreiniging door gehalogeneerde alkanen in bijv. verven, oplosmiddelen en schoonmaakmiddelen, vermijd
permanent hoge luchtvochtigheid, bijv. als gevolg van veelvuldig drogen van wasgoed).
6.
De installatie van het apparaat en het elektrische en hydraulische systeem moet worden toevertrouwd aan een gespecialiseerd
servicebedrijf en de installatie- en bedieningsinstructies voor het product moeten strikt worden opgevolgd.
7.
Alle installatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd bij losgekoppelde elektriciteits- en watertoevoer.
8.
Als gevolg van elektrostatische oplading kunnen vonken ontstaan die lekkend koelmiddel kunnen ontsteken (R32). Raak
vóór aanvang van de werkzaamheden geaarde voorwerpen zoals verwarmings- of waterleidingen aan om statische ladingen
af te voeren.
9.
Hete oppervlakken kunnen brandwonden veroorzaken.
10. Direct contact met het vloeibaar en gasvormig koelmiddel kan ernstige schade toebrengen aan de gezondheid.
11. De elektrische installatie moet worden uitgerust met aardlekschakelaars en middelen die ervoor zorgen dat het apparaat
wordt losgekoppeld van de stroombron, waarbij de afstand tussen de contacten minimaal 3 mm is.
12. De warmtepomp is een apparaat dat gevoelig is voor overspanningen, daarom moet de elektrische installatie
overspanningsbeveiligingen hebben.
13. Bij open vuur bestaat het risico op brandwonden.
14. Het koelmiddel is R32; een luchtverdringend, kleurloos, geurloos gas dat met lucht een ontvlambaar mengsel vormt.

Beschrijving van het apparaat

De warmtepomp HPM2.Z is een apparaat dat is ontworpen voor verwarming/koeling van een gebouw en verwarming van water
voor huishoudelijk gebruik.
Het apparaat bestaat uit twee modules:
een buitenmodule HPMO2, een lucht-water warmtepomp.
De werking van het apparaat is gebaseerd op het onttrekken van warmte uit de omgeving en het overbrengen ervan naar
het verwarmingscircuit in het gebouw. De warmte in lucht van lage temperatuur wordt overgebracht door een verdamper
naar de warmtepomp installatie die is gevuld met koelmiddel, dat bij verdamping wordt omgezet in gas. De compressor
zuigt het gas aan vanuit de verdamper, en tijdens de compressie verhoogt de temperatuur ervan en wordt het naar de
condensor geleid. In de condensor wordt de warmte overgedragen naar het middel dat de centrale verwarmingsinstallatie
vult, en de gekoelde vloeistof stroomt door de expansieklep en keert terug naar de verdamper, waarna het hele proces
opnieuw start. Bij koeling wordt deze cyclus omgekeerd en wordt warmte uit het gebouw onttrokken en naar buiten
afgevoerd.
een binnenmodule HPMI2, een hydraulische module uitgerust met een controller voor het hele systeem.
De werking van het apparaat is gebaseerd op vraaggestuurde capaciteitsregeling van de compressor van de warmtepomp,
met elektrische bijverwarming via de regeling van de binnenmodule. De controller van de binnenmodule regelt het
verwarmingsvermogen volgens de ingestelde verwarmingslijn. Indien de warmtepomp niet zelf aan de warmtevraag van
het gebouw kan voldoen, start de controller automatisch de elektrische bijverwarming, die samen met de warmtepomp de
gewenste temperatuur van het verwarmingsmiddel produceert.
NL-115B_f.1425
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave