van het apparaat.
24. Gelieve gebruikte batterijen weg te gooien
volgens de lokale wet- en regelgeving.
25. Verbrand het apparaat niet, zelfs als deze
ernstig is beschadigd. De batterij kan explo-
deren bij blootstelling aan vuur.
26. Het apparaat dient te worden gebruikt vol-
gens de aanwijzingen in deze instructiehand-
leiding. De fabrikant kan niet aansprakelijk
of verantwoordelijk worden gehouden voor
schades of letsels die door oneigenlijk ge-
bruik zijn veroorzaakt.
27. Houd het apparaat buiten het bereik van kin-
deren wanneer deze is aangesloten op de
voedingsbron of afkoelt.
28. WAARSCHUWING: Gebruik voor het opla-
den van de batterij alleen de afneembare
voedingsunit OH-1048A2701700U1-U die bij
het apparaat wordt meegeleverd.
29. Niet-oplaadbare batterijen mogen niet op-
nieuw worden opgeladen.
30. - Oplaadbare batterijen moeten uit het ap-
paraat worden verwijderd voordat ze worden
opgeladen;
31. Verschillende soorten batterijen of nieuwe en
Belangrijke veiligheidsinstructies
gebruikte batterijen mogen niet samen wor-
den gebruikt.
32. - Batterijen moeten met de juiste polariteit
worden geplaatst.
33. - Lege batterijen dienen uit het apparaat te
worden verwijderd en op een veilige manier
te worden afgevoerd.
34. - Als het apparaat langere tijd ongebruikt
wordt opgeslagen, dienen de batterijen te
worden verwijderd.
35. De voedingsterminals dienen niet kortgeslo-
ten te zijn.
Om te voldoen aan de vereisten voor bloot-
stelling aan radiofrequenties dient tussen dit
toestel en personen een scheidingsafstand
van minstens 20 cm te worden gehandhaafd
terwijl het wordt gebruikt.
Om de naleving hiervan te verzekeren, worden
werkzaamheden op een kleinere afstand van
het toestel niet aanbevolen. De antenne die
voor deze zender wordt gebruikt, mag niet in
combinatie met een andere antenne of zender
worden gebruikt.
5
NL