3. Installatie
• Dit product moet worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde elektricien.
• Zorg er tijdens de installatie voor dat de externe connector met draadbrug is verwijderd (of schakel de aan/
uit-afstandbediening uit, indien geïnstalleerd) om er zeker van te zijn dat de omvormer niet onverwachts kan
worden geactiveerd.
3.1. Fysieke installatie
Raadpleeg de
Bijlage [20]
van deze handleiding voor een maatschets van de omvormer.
3.1.1. Locatie
Om een probleemloze werking van de omvormer te garanderen, moet deze worden gebruikt op locaties die aan de volgende
vereisten voldoen:
• Vermijd elk contact met water. Stel de omvormer niet bloot aan regen of vocht.
• Installeer de omvormer in een droge en goed geventileerde ruimte.
• Voor de beste operationele resultaten moet de omvormer op een vlakke ondergrond worden gemonteerd.
• Monteer zo dicht mogelijk bij de accu's. Probeer de afstand tussen het product en de accu tot een minimum te beperken om
spanningsverliezen in de kabel tot een minimum te beperken.
• Voor de koeling moet er een vrije ruimte van minimaal 10 cm rondom het apparaat zijn. Zorg ervoor dat de luchtstroom
rondom de omvormer niet geblokkeerd wordt. Als de omvormer te warm wordt, wordt de omvormer uitgeschakeld. Wanneer de
omvormer een veilige temperatuur bereikt, zal de omvormer automatisch opnieuw opstarten.
• Plaats het apparaat niet in direct zonlicht. De omgevingsluchttemperatuur moet tussen -20 °C en 40 °C zijn (vochtigheid <95 %
niet-condenserend). Houd er rekening mee dat in extreme situaties de temperatuur van de omvormerbehuizing meer dan 70 °C
kan zijn.
• Een te hoge omgevingstemperatuur resulteert in een kortere levensduur, verminderd piekvermogen. Het
kan er ook toe leiden dat de omvormer uitgeschakeld wordt.
• Monteer de omvormer nooit direct boven de accu's.
• Voor veiligheidsdoeleinden moet dit product worden geïnstalleerd in een hittebestendige omgeving als het
gebruikt zal worden met apparatuur waar een aanzienlijke hoeveelheid vermogen moet worden omgezet. Er
moet voorkomen worden dat bijv. chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel items enz. in
de directe omgeving aanwezig zijn.
3.1.2. Montage
De omvormer is ontworpen om verticaal aan de wand te worden gemonteerd. Het kan echter ook horizontaal of liggend worden
gemonteerd, maar deze posities bieden geen optimale koeling.
De omvormer wordt geleverd met een wandmontagebeugel en 5 schroeven.
Monteer de omvormer als volgt:
1. Monteer de montagebeugel met behulp van 3 schroeven aan de muur.
2. Verwijder de bodemafdekking van de omvormer.
3. Hang de omvormer aan de wandmontagebeugel.
4. Zorg ervoor dat de omvormer correct in de beugel is geplaatst.
5. Bevestig de omvormer aan de muur met behulp van de andere 2 schroeven. Gebruik daarvoor de montagegaten rechts- en
linksonder op de omvormer.
De binnenkant van het product moet na installatie toegankelijk blijven.
Pagina 4
Phoenix Inverter Smart Handleiding
Installatie