Accuspanning
12 V
24 V
48 V
4.3.1. Dynamische uitschakeling
De "Dynamische uitschakeling"-functie maakt de uitschakelbeveiliging bij een lage accuspanning een functie van de accustroom
die uit de accu wordt getrokken in verhouding tot de accuspanning.
Wanneer er een hoge stroom uit de accu wordt getrokken, wordt een lagere drempel voor de uitschakelingspanning gebruikt,
bijvoorbeeld 10 V. En net zo, wanneer de accu slechts langzaam wordt ontladen, wordt een hoge uitschakelspanning gebruikt,
bijvoorbeeld 11,5 V.
Op deze manier wordt een spanningsval veroorzaakt door de interne weerstand in de accu gecompenseerd zodat de
accuspanning een veel betrouwbaardere parameter wordt om te beslissen wanneer gestopt moet worden met de accu te
ontladen.
De "Dynamische uitschakeling"-functie is vooral handig voor accu's met een hoge interne weerstand, zoals OPzV- en OPzS-
accu's. Het is wat minder relevant voor GEL- en AGM-accu's en misschien zelfs niet relevant voor lithium-accu's. De
onderstaande grafiek toont de ontladingsverhouding versus de accuspanningscurve voor de verschillende accu types. De
lithiumcurve (LiFePO4) is bijna vlak in vergelijking met de OPzV- en OPzS-curve.
De curve kan worden aangepast in de VictronConnect-app.
Ontlaadverhouding versus accuspanningsgrafiek voor verschillende accu types
• Gebruik de "Dynamische uitschakeling"-functie niet in bij een installatie waarop ook andere belastingen op
dezelfde accu zijn aangesloten. In deze systemen kan de accuspanning dalen vanwege andere belastingen
die op de accu zijn aangesloten. Het algoritme voor de dynamische uitschakeling in de omvormer kan geen
rekening houden met die andere belastingen en zal de omvormer te vroeg uitschakelen met een te lage
spanning alarm.
VictronConnect-instellingen
• De "Dynamische uitschakeling"-functie is standaard uitgeschakeld.
• Schakel de "Dynamische uitschakeling"-functie in om deze te gebruiken en te configureren.
• Selecteer het type accu. Keuze uit: OPzV/OPzS, GEL/AGM, LiFePO4 of op maat gemaakt.
• Voer de capaciteit van de accu in.
• Vul de spanning voor de verschillende ontlaadstromen in. Deze waarden zijn al ingesteld op de generieke spanningen die
horen bij het specifieke accutype dat eerder is geselecteerd. Wijzig deze instellingen alleen als ze moeten worden aangepast
en u weet wat u doet, of in het geval dat er een op maat gemaakte accu wordt gebruikt.
Pagina 9
Phoenix Inverter Smart Handleiding
Uitschakeling te lage
accuspanning
Standaard: 9,3 V
Bereik: 0-100 V
Standaard: 18,6 V
Bereik: 0-100 V
Standaard: 37,2 V
Bereik: 0-100 V
Alarm te lage accuspanning en
opnieuw opstarten
Standaard: 10,9 V
Bereik: 0-100 V
Standaard: 21,8 V
Bereik: 0-100 V
Standaard: 36,6 V
Bereik: 0-100 V
Laaddetectie
Standaard: 14 V
Bereik: 0-100 V
Standaard: 28,0 V
Bereik: 0-100 V
Standaard: 56,0 V
Bereik: 0-100 V
Configuratie