Oververhitting en vastlopen van de motor kan plaatsvinden indien:
* Luchtingangen geblokkeerd zijn waardoor voorkomen wordt
dat koele lucht de cilinder bereikt.
* Stof en gras dat verzameld is aan de buitenkant van de cilinder.
Deze opbouw isoleert de motor en voorkomt dat de hitte weg kan.
Verwijdering van blokkades in de koeldoorgangen of het reinigen
van de koelvleugels wordt als "Normaal Onderhoud" beschouwd.
Uitval veroorzaakt door een tekort aan onderhoud wordt niet door
de garantie gedekt.
1. Verwijder de bougiekabel.
2. Verwijder de kap van de luchtreiniger.
3. Verwijder de schroef van de uitlaatkap en de uitlaatkap (A).
4. Verwijder de 2 motorkapschroeven en de motorkap (B).
BELANGRIJK
Gebruik GEEN metalen schraper om vuil van de cilindervleugels
te verwijderen.
5. Gebruik een borstel om het vuil van de cilindervleugels te verwijderen.
6. Verwijder gras en bladeren van het rooster tussen de
terugloopstarter en de brandstoftank.
7. Monteer de onderdelen in omgekeerde volgorde.
AANPASSING VAN CARBURATOR
Niveau 2.
Benodigd gereedschap: Kleine schroevendraaier.
Benodigde onderdelen: Geen.
WAARSCHUWING
Het mes van de heggenschaar mag niet bewegen terwijl het
toestel stationair loopt. Dit kan anders leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
OPMERKING
Elk toestel wordt getest in de fabriek en de carburator is voor
maximale prestaties afgesteld.
Voordat u de carburator gaat aanpassen, reinigt of vervangt u de
luchtfilter, start u de motor en laat u deze enkele minuten lopen
om op gebruikstemperatuur te komen.
H
EGGENSCHAAR
G
EBRUIKERSHANDLEIDING
B
21
A