Productietest en inbedrijfstelling
Kaphouder plaatsen
Kaphouder (1) op de looprail (3) plaatsen.
X
Kaphouder (1) met schroef (2) borgen.
X
Kapbeveiliging monteren
5
4
3
Beveiligingskoord van de kap (4) aan het ophangstuk van de kap (5) in de kap hangen.
X
Beveiligingskoord van de kap (4) aan het ophangstuk van de kap (3) van de zijplaat hangen.
X
De kap op de zijplaat schuiven tot deze vergrendelt en controleren of deze ook in de buurt van moduledra-
X
gers en kabelhouders goed zit.
Correcte positie van het beveiligingskoord van de kap (4) en de aardleiding controleren. Er mag geen contact
X
mogelijk zijn met bewegende onderdelen.
Draaistift (2) in de vergrendeling plaatsen.
X
Draaistift (2) met schroef (1) bevestigen.
X
De grijze draaistift (2) moet na montage zodanig boven het boorgat in de kap zitten, dat deze kan worden ver-
X
en ontgrendeld.
Indien nodig, het boorgat in de kap vergroten.
X
6.3.3 Veiligheidsvoorzieningen monteren
Veiligheids- en aansturingsvoorzieningen monteren.
X
Kabels correct in de kabelkanalen leggen.
X
Zie voor de elektrische installatie het aansluitschema.
6.3.4
Schakelaar/toets monteren
Zie voor de elektrische installatie het aansluitschema.
6.3.5
Programmaschakelaar monteren
Zie voor de elektrische installatie het aansluitschema.
28
1
2
3
1
2
1
ECdrive T2
2