Montage
5
Montage
De werkplek beveiligen tegen betreding door onbevoegden.
X
Werk altijd met twee personen.
X
Trapladder of kruk gebruiken.
X
De binnenzijde van de looprail schoon houden.
X
5. 1
Voorbereiding op de bouwplaats
Om de vakkundige montage te garanderen de voorbereiding op de bouwplaats controleren:
X
à Type en belastbaarheid van de gevelconstructie c.q. de onderconstructie
à Vlak montagevlak
à Vlakke vloer
à Vereisten van het kabelschema
5.2
Looprail voorbereiden
Voorgemonteerde systemen worden met aangebouwde moduledragers geleverd.
Moduledragers eraf halen om de bevestiging van de looprail aan de wand te vergemakkelijken.
X
Als er tussen de looprail en de wand weinig plaats is.
Aanslagbuffer op de looprail schuiven.
X
Zijplaten voormonteren.
X
5.3
Kabeltoevoer controleren/voorbereiden
De kabeltoevoer vindt plaats aan de linkerzijde van de aandrijving.
Indien de kabels op de bouwplaats verkeerd gelegd zijn en bijv. in het midden of aan de rechterzijde zitten, dan
kunnen deze met kabelgeleiders ld. 180897 (optioneel) achter aan de looprail naar links geleid worden.
Bij het verleggen van de 230V-leiding door de aandrijving moet deze dubbel geïsoleerd worden.
Kabel (1) in de looprail aanbrengen.
X
Kabelgeleiders (3) in de looprail vastklikken.
X
Kabel met kabelbinders (2) aan de kabelge-
X
leiders bundelen.
Het benodigde aantal kabelgeleiders is afhankelijk van de openingswijdte.
à OW < 1250 mm = 6 kabelgeleiders (1x Id. 180897)
à OW < 2350 mm = 12 kabelgeleiders (2x Id. 180897)
à OW < 3000 mm = 18 kabelgeleiders (3x Id. 180897)
10
1
2
ECdrive T2
3