Zender:
{F1} Open-Stop/Licht-Dicht
Een zender programmeren:
1. [Ta.F] < 1 sec. bedienen tot in de aanduiding {F1} knippert
2. [Ta.+] of [Ta.-] de gewenste functie kiezen
3. Nu op de bedieningstoets op de zender drukken en deze vasthouden tot de geko-
zen functie {F1}, {F2} permanent in de aanduiding verschijnt (niet meer knippert).
De zender is nu geprogrammeerd.
4. Als geen zender geprogrammeerd wordt, dan wordt na 3 minuten de program-
meermodus automatisch verlaten.
Alle zenders wissen
1. Druk op de toets [Ta.F] en houd deze ingedrukt tot in de aanduiding {FL} knippert
en vervolgens de aanduiding {FL} uitgaat.
2. Nu zijn alle coderingen gewist.
Antenne-aansluiting
1. Een antennedraad moet op [Kl.23] aangesloten worden.
2. Bij gebruik van een staafantenne moet de afscherming van de coaxkabel op [Kl.22]
en de binnendraad op [Kl.23] aangesloten worden. Het binnenbrengen in de be-
huizing kan via een vrije kabeldoorvoer plaatsvinden.
34 - nl
Op-toets
Stop/Licht-toets
Dicht-toets
{F2} Impuls
Toets met
impulsvolgorde