Aandrijving/buismotor
[Kl.1]..[Kl.2]
[Kl.7]
[Kl.8]
[Kl.9]
• 230 V/AC uitgang, max. 500 VA, uitschakeling over alle polen
• Na "Bedrijfsspanning/netspanning aan" en het eerste impulscommando moet de
buismotor in OPEN-richting lopen. Als de buismotor ondanks naar boven lopende
balk in de aanduiding in DICHT-richting loopt, dan moeten de aansluitdraden
[Kl.7]+[Kl.8] verwisseld worden.
NOODSTOP (veiligheidsingang)
[Kl.10]
[Kl.11]
• Veiligheidsingang categorie 1 conform EN ISO 13849-1/2008 (schakelt direct de
looprichting-relais uit)
• Ingang voor NOODSTOP-besturing
• Verbreekcontact, potentiaalvrij
• Er kunnen meerdere besturingen in serie aangesloten worden.
• Een niet-gebruikte NOODSTOP-ingang moet overbrugd zijn! Bij gebruik moet de
brug verwijderd worden.
• De functie Automatisch weer dichtlopen na NOODSTOP wordt in [M.b2] ingesteld
• De NOODSTOP-ingang schakelt direct de buismotor- en lichtrelais uit en is zo-
doende ook bij uitvallen van de elektronica nog werkzaam!
• Na een NOODSTOP-commando tijdens loop van de buismotor loopt de poort bij
het volgende impulscommando in "tegengestelde richting" (weg van het gevaar-
lijke punt).
• Na een NOODSTOP-commando bij stilstaande poort loopt de poort na het vol-
gende impulscommando gewoonlijk OPEN.
22 - nl
Randaardedraad/PE
DICHT-richting, 230 V/AC uitgang
OPEN-richting, 230 V/AC uitgang
N-draad (geschakeld)
NOODSTOP-ingang
NOODSTOP (12 V permanent)