XMC20 | VOORZORGSMAATREGELEN EN VEILIGHEID
VOORZICHTIG Aandacht voor temperatuurbereik. Verwondingsgevaar!
OPMERKING Aandacht voor temperatuurbereik. Risico op schade aan apparatuur!
OPMERKING Aandacht voor temperatuurbereik. Risico op schade aan apparatuur!
OPMERKING Aandacht voor temperatuurbereik. Risico op schade aan apparatuur!
OPMERKING Aandacht voor EMC-eigenschappen!
OPMERKING Niet-naleving kan leiden tot schade aan apparatuur.
2019-09-27
Apparatuur heeft een hoog vermogensgebruik. Onvoldoende ventilatie
veroorzaakt hete plekken en oververhitting van de apparatuur. Oververhitting
houdt een hoog risico in voor letsels bij het aanraken van hete onderdelen.
→ Raak geen componenten aan van eenheden die tijdens het gebruik zijn
losgekoppeld van het printkaartrek.
Apparatuur heeft een hoog vermogensgebruik. Onvoldoende ventilatie
veroorzaakt hete plekken en oververhitting van de apparatuur. Oververhitting
houdt een hoog risico in voor schade aan de apparatuur.
→ De operator dient te zorgen voor voldoende ventilatie en koeling voor de
rekken of printkaartrekken is zodat door actieve koeling van de apparatuur
een maximale omgevingstemperatuur van 60 °C gegarandeerd kan
worden.
→ Eenheden die actieve koeling vereisen, mogen niet worden gebruikt in een
printkaartrek zonder een werkende ventilatoreenheid.
→ De operator dient te zorgen voor voldoende ventilatie en moet ervoor
zorgen dat er door passieve koeling van de apparatuur een
omgevingstemperatuur van 55 °C gegarandeerd wordt.
Een belemmerde luchtstroom kan leiden tot oververhitting en schade aan uw
apparatuur.
→ Zorg ervoor dat de geselecteerde installatie het mogelijk maakt dat de
apparatuur de warmte afgeeft die in het apparaat is ontstaan.
→ Kabels moeten zo worden geplaatst dat ze de luchtstroom naar het
printkaartrek niet blokkeren.
Hoge omgevingstemperaturen veroorzaakt door andere apparatuur kunnen
leiden tot oververhitting van de apparatuur.
→ Installeer het apparaat niet in de buurt van of op apparatuur die de warmte
afgeeft.
Elektronische apparatuur is gevoelig voor sterke elektromagnetische velden
en kan onverwacht gedrag vertonen bij blootstelling aan velden boven het
opgegeven niveau.
→ Selecteer een installatieplaats met voldoende afstand tot apparatuur die
sterke elektromagnetische velden produceert (bijvoorbeeld grote
transformatoren, stroomgelijkrichters, generatoren, elektrische machines,
spoorwegen, enz.).
De apparatuur moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in de
installatie-instructies in de gebruikersdocumentatie.
→ Raadpleeg
[301] Installation Instruction "XMC25
→ Raadpleeg
[310] Installation Instruction "XMC23
→ Raadpleeg
[322] Installation Instruction "XMC22
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSADVIEZEN
Installation".
Installation".
Installation".
18