XMC20 | VOORZORGSMAATREGELEN EN VEILIGHEID
4
Algemene veiligheidsadviezen
4.1
Algemene adviezen
GEVAAR
GEVAAR
GEVAAR
GEVAAR
GEVAAR
GEVAAR
OPMERKING Aandacht voor toegangscontrole. Risico op schade aan apparatuur!
OPMERKING Niet-naleving kan leiden tot schade aan apparatuur.
4.2
Elektrische gevaren
GEVAAR
2019-09-27
Niet-naleving kan leiden tot de dood of letsel.
Alleen geautoriseerd en goed opgeleid personeel is toegelaten om de
volgende apparatuurtaken uit te voeren:
→ Installatie, inbedrijfstelling, onderhoud, reparatie, buitengebruikstelling en
verwijdering.
Niet-naleving kan leiden tot de dood of letsel.
Het Voorzorgsmaatregelen en veiligheid-document moet goed worden
gelezen en begrepen voordat met de apparatuur wordt gewerkt.
Niet-naleving kan leiden tot de dood of letsel.
De waarschuwingslabels met betrekking tot voorzorgsmaatregelen en
aanwijzingen voor gevaarlijke spanningen en gevaarlijke energieniveaus
moeten strikt in acht worden genomen.
Niet-naleving kan leiden tot de dood of letsel.
Mechanische veiligheidsvoorzieningen zoals afdekplaten mogen tijdens het
gebruik niet worden verwijderd of overbrugd.
Niet-naleving kan leiden tot de dood of letsel.
Wijziging van de apparatuur is niet toegestaan.
Niet-naleving kan leiden tot de dood of letsel.
De apparatuur mag alleen worden vervoerd, opgeslagen en gebruikt in
omgevingen volgens de milieuspecificatie, zie paragraaf
Omgevingscondities
(op pagina 8). Dit geldt ook voor alle aangesloten kabels.
Onbeperkte toegang tot de apparatuurruimte houdt een risico in van
beschadigde apparatuur en verstoorde diensten.
→ Installeer en bedien de apparatuur in een ruimte die normaliter afgesloten
en niet voor iedereen toegankelijk is.
De XMC20-gebruikershandleidingen moeten goed worden gelezen en
begrepen voordat de apparatuur wordt gebruikt.
Gevaarlijke spanningen. Risico op elektrische schokken!
Apparatuur kan aangesloten zijn op hoge spanningen en kan een elektrische
schok veroorzaken wanneer deze verkeerd geïnstalleerd is.
→ Raak geen stroomvoerende draden of gerelateerde aansluitpunten aan.
ALGEMENE VEILIGHEIDSADVIEZEN
3.1
13