6. Installatie
6.5
Elektrische aansluitingen
43
4 Zorg voor voldoende afschot van de rookgasafvoerleiding richting
de ketel (minimaal 50 mm per meter) en aan voldoende
condensopvang en afvoer (minimaal 1 m voor de uitmonding van
de ketel). De toegepaste bochten moeten groter zijn dan 90° om
afschot en een goede afdichting op de lippenringen te
waarborgen.
Neem contact met ons op voor meer informatie.
6.5.1.
Besturingsautomaat
De ketel is niet fasegevoelig. De ketel is geheel voorbedraad. Alle
externe aansluitingen kunnen op de aansluitconnector
(laagspanning) worden uitgevoerd. In de tabel zijn de belangrijkste
eigenschappen van de besturingsautomaat opgesomd.
Voedingsspanning
Hoofdzekeringwaarde F1 (230 VAC) 6.3 AT
Zekeringwaarde F2 (230 VAC)
DC-ventilator
OPGELET
De volgende componenten van de ketel staan onder een
spanning van 230V:
Elektrische aansluiting circulatiepomp (CV) (Indien
4
aanwezig).
Elektrische aansluiting gascombinatieblok.
4
Elektrische aansluiting driewegklep (Indien
4
aanwezig).
Meeste delen op de besturingsautomaat.
4
Ontstekingstrafo.
4
Voedingskabelaansluiting.
4
De ketel is voorzien van stekker met randaarde (snoerlengte 1,5 m)
en geschikt voor een 230VAC/50Hz voeding met fase/nul/aarde
systeem. Het netsnoer is aangesloten op de connector X1. Een
reservezekering zit in de behuizing van de besturingsautomaat.
OPGELET
Wanneer de voedingskabel vervangen moet worden,
4
dient deze bij Remeha besteld te worden.
De stekker van de ketel moet altijd bereikbaar zijn.
4
De ketel heeft meerdere besturings-, beveiligings- en
regelingsaansluitmogelijkheden. De standaard besturingsprint
(PCU) kan onder meer worden uitgebreid met:
4 De 0-10V besturingsprint (accessoire IF-01). Deze wordt
geplaatst achter de linker afdekplaat van het paneel.
Calenta 25s - 28c - 35s - 40c
230 VAC/50Hz
2 AT
27 VDC
24032016 - 119401-08