voorkomt schade aan het afdekglas en
de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie!
Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
LET OP!
Houd de halogeenlamp
altijd met een doek vast om
te voorkomen dat er
vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
14. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Wat moet u doen als...
Probleem
U kunt de oven niet inscha-
kelen of bedienen.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300 °C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
Mogelijke oorzaak
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
De oven is uitgeschakeld.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
De automatische uitschake-
ling is actief.
Het kinderslot is geacti-
veerd.
De deur is niet goed geslo-
ten.
De zekering is doorgesla-
gen.
NEDERLANDS
Oplossing
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop-
contact (zie het aansluitdia-
gram indien beschikbaar).
Schakel de oven in.
Stel de klok in.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
Raadpleeg "Automatisch
uitschakelen".
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
Sluit de deur volledig.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
47