Gegevens overdragen tussen uw apparaat en een
pc.
1. Plaats een geheugenkaart in uw apparaat en sluit het
apparaat met de USB-gegevenskabel aan op een
compatibele pc. Sluit de gegevenskabel altijd eerst aan op
het eigen apparaat en daarna op het andere apparaat of
de computer.
2. Wanneer op het apparaat wordt gevraagd welke modus
uw wilt gebruiken, selecteert u Massaopslag. In deze
modus ziet u uw apparaat als een verwisselbare schijf op
uw computer.
3. Gegevens overdragen tussen de computer en uw
apparaat.
4. Beëindig de verbinding vanaf de computer (bijvoorbeeld
via een wizard Hardware loskoppelen of uitwerpen om te
voorkomen dat de geheugenkaart schade oploopt.
Als u foto's wilt overbrengen van het apparaat naar een
compatibele pc of als u de foto's die zijn opgeslagen in het
apparaat wilt afdrukken op een compatibele printer, sluit u
de USB-gegevenskabel aan op de pc of de printer en selecteert
uAfbeeld. overdragen.
Als u de USB-modusinstellingen wilt wijzigen, selecteert u
> Instellingen > Connect. > USB.
Als u de USB-modus die u normaal gesproken gebruikt met
de USB-gegevenskabel wilt wijzigen, selecteert u USB
verbindingsmodus.
Als u wilt instellen dat u, telkens wanneer u de USB
gegevenskabel op het apparaat aansluit, wordt gevraagd
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
welke modus u wilt instellen, selecteert u Vragen bij
verbinding > Ja.
Als u Nokia Ovi Suite voor uw apparaat wilt gebruiken,
installeert u Nokia Ovi Suite op uw pc, sluit u de USB
gegevenskabel aan en selecteert u PC Suite.
Synchronisatie
Selecteer
> Instellingen > Connect. > Sync.
Met Synchronisatie kunt u notities, agenda-items, SMS- en
MMS-berichten, browserbookmarks of contacten
synchroniseren met verschillende compatibele toepassingen
op een compatibele computer of op internet.
U kunt de synchronisatie-instellingen ontvangen in een
speciaal bericht van de serviceprovider.
Een synchronisatieprofiel bevat de noodzakelijke
instellingen voor synchronisatie.
Wanneer u de toepassing Synchronisatie opent, wordt het
standaardsynchronisatieprofiel of eerder gebruikt
sychronisatieprofiel weergegeven. Als u het profiel wilt
wijzigen, gaat u naar een synchronisatie-item en selecteert
u Markeren als u het in het profiel wilt opnemen of Mrk.
ophffn als u het eruit wilt laten.
Om de synchronisatieprofielen te beheren, selecteert u
Opties en de gewenste optie.
Selecteer Opties > Synchroniseren om gegevens te
synchroniseren. Selecteer Annuleren om de synchronisatie
tussentijds af te breken.
Connectiviteit
85