Contacten
Overige instellingen
Selecteer
> Berichten en Opties > Instellingen >
Overige.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Verzonden ber. opslaan — Selecteer of u in de map
Verzonden een kopie wilt opslaan van elk verzonden
SMS-, multimedia- of e-mailbericht.
9. Contacten
Selecteer
> Contacten.
In Contacten kunt u contactgegevens, zoals
telefoonnummers, adressen en e-mailadressen van uw
contacten, opslaan en bijwerken. U kunt ook een persoonlijke
beltoon of een miniatuurweergave aan een contactkaart
toevoegen. Daarnaast kunt u ook contactgroepen maken via
welke u tekstberichten of e-mail naar meerdere ontvangers
tegelijk kunt versturen.
Namen en nummers beheren
Selecteer een contactkaart en druk op C om de kaart te
verwijderen.
Als u meerdere contactkaarten tegelijk wilt verwijderen,
selecteert u Opties > Markeringen aan/uit om de
gewenste contactkaarten te markeren en drukt u op C om
deze te verwijderen.
Als u contactgegevens wilt verzenden, selecteert u een kaart,
Opties > Visitekaartje verz. en de gewenste optie.
50
● Aantal opgesl. berichten — Geef aan hoeveel verzonden
berichten tegelijkertijd worden opgeslagen in de map
Verzonden. Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt het
oudste bericht verwijderd.
● Gebruikt geheugen — Selecteer het geheugen waarin u
uw berichten wilt opslaan.
Als u het spraaklabel wilt beluisteren dat aan het contact is
toegewezen, selecteert u een contact en Opties >
Spraaklabelgegevens > Sprklabel afspelen.
Namen en nummers opslaan en
bewerken
1. Druk op
en selecteer Contacten > Opties > Nieuw
contact.
2. Vul de gewenste velden in en selecteer Gereed.
Als u een visitekaartje wilt bewerken, selecteert u het en
vervolgens Opties > Bewerken. U kunt een bepaald contact
ook zoeken door de eerste letters van de naam in het
zoekveld in te voeren.
Open een visitekaartje en selecteer Opties > Afbeelding
toevoegen als u een afbeelding wilt toevoegen aan het
visitekaartje. De afbeelding wordt weergegeven wanneer
het contact u belt.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.