SLANGEN EN BEDRADING VOOR EENHEID BUITEN
74
SLANGEN EN BEDRADING VOOR EENHEID BUITEN
Procedures met betrekking tot de slangen en de bedrading van de koelvloeistof buiten vindt men
beschreven in dit hoofdstuk. De meeste van deze procedures lijken sterk op die van de LG airconditioner.
*Buizen en draden moeten apart worden gekocht voor installatie van het product
(Voor Split)
*In het geval van het Hydrosplit-model zijn er geen koelmiddelleidingen
Slangen voor de koelvloeistof
Voordat men de slangen voor de koelvloeistof aanbrengt, moet men beperkingen in de lengte van pijpen en
hun hoogte nagaan. Na alle beperkingen te hebben opgelost, moet men een aantal voorzorgsmaatregelen
nemen. Vervolgens sluit men de slangen aan op de eenheid buiten en binnen.
Beperkingen in lengte en hoogte van slangen
Capaciteit
Koelmiddel
(kW)
5/7/9/12/
R410A
14/16
R32
5/7/9
Binnenelement
B
LET OP
!
1
Voor R410A producten, De standaard pijplengte is 7.5 m. Als de pijplengte langer is dan 7.5 m is,
moet er een aanvullende lading koelmiddel worden gebruikt zoals aangegeven in de tabel.
• Voorbeeld : Als het 16 kW model geïnstalleerd is op een afstand van 50 meter, dient 1 700 gram
koelvloeistof te worden toegevoegd op grond van de volgende formule: (50-7.5) x 40 g = 1 700 g
2
Voor R32-producten is de standaard pijplengte 5 m. Als de pijplengte langer is dan 10 m, is extra
lading van het koelmiddel vereist volgens de tabel.
• Voorbeeld: Als het model R32 van 9 kW op een afstand van 50 m wordt geïnstalleerd, moet 1 600 g
koelmiddel worden toegevoegd volgens de volgende formule: (50-10) x 40 g = 1 600 g
3
Gemeten capaciteit van het product is gebaseerd op de standaard lengte en de maximaal
toegestane lengte is gebaseerd op de productbetrouwbaarheid als het apparaat werkt.
4
Als men niet genoeg koelvloeistof laadt, kan dit tot gevolg hebben dat het apparaat niet goed werkt.
5
De olievanger moet om de 10 meter worden geïnstalleerd, wanneer de buitenunit in een hogere
positie dan de binnenunit is geïnstalleerd.
OPMERKING
Vul het f-gas label in dat buiten aangehecht is over de hoeveelheid fluor-broeikasgassen. (Deze
opmerking over het f-gas label kan mogelijk niet van toepassing zijn op uw type product of markt.)
① Productielocatie (zie label met modelnaam)
② Locatie van installatie (indien mogelijk geplaatst naast de servicepunten voor het toevoegen of
wegnemen van koelvloeidstof)
③ Totaal geladen (① + ②)
Pijpdiameter [mm (inch)]
Gas
Vloeistof
15.88(5/8")
9.52(3/8")
15.88(5/8")
9.52(3/8")
Olie val
A
Binnenelement
Buitenelement
Lengte A (m)
Verhoging B (m) Extra koelvloeistof
Standaard
Max.
7.5
50
5
50
Buitenelement
A
Een olievanger is niet
noodzakelijk wanneer
B
de buitenunit wordt
geïnstalleerd op een
hoger positie dan de
binnenunit.
(g/m)
Max.
30
40
30
40