4.9 IJking
Elke dag voor het begin van het werk moet de nauwkeurigheid van het Impact-
instrument worden gecontroleerd met een bekende concentratie ijkgas. Als een
sensor niet goed werkt, moet de Impact opnieuw worden geijkt voor het gebruik, of
moet de cartridge worden vervangen. Het is aan te bevelen het instrument minstens
om de 6 maand te ijken. Het ijkingsinterval voor de elektrochemische CO
mag niet meer dan 1 maand bedragen.
Het Impact-instrument kan op drie manieren worden geijkt, zodat de gebruiker
over de nodige flexibiliteit beschikt. Stroomijking is de klassieke methode, die kan
worden uitgevoerd aan de hand van instructies op het instrument zelf (Hoofdstuk
4.9.2 Stroomijking – Instrument), of wanneer het instrument met een pc is
verbonden via een basiseenheid, op het scherm van de pc (zie Hoofdstuk 4.9.3
Stroomijking – pc). Een andere methode voor instrumenten die uitgerust zijn met
een combinatie van sensoren voor zuurstof, brandbaar gas, koolmonoxide en
waterstofsulfide, is het gebruik van de Enforcer. Voor alle andere gassen moet de
stroomijkmethode worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Als niet-standaard ijkgas en/of ijkcomponenten worden gebruikt als de Impact
wordt geijkt, kunnen de meetwaarden gevaarlijk onnauwkeurig zijn.
De ijking moet worden uitgevoerd in een goed geventileerde ruimte om
verontreinigingen te vermijden.
IJk het elektrochemische CO
zuivere lucht nadat het toestel aan CO
dan de bovendrempel van het meebereik. Laat in dit geval het toestel een nacht
in zuivere lucht staan alvorens het te ijken.
4.9.1 Verontreinigingen
Zuurstofsensoren kunnen worden beïnvloed door langdurige blootstelling aan
kooldioxide. We raden aan om de Impact niet bloot te stellen aan atmosferen
met meer dan 25 %v/v kooldioxide (CO
meetwaarde aangeven als er kooldioxide aanwezig is.
Sensoren voor brandbare gassen kunnen worden beïnvloed door blootstelling aan
siliciumstoffen, organisch fosfor met verbindingen en gehalogeneerde organische
verbindingen. Hoewel de sensoren voor brandbare gassen die in de Impact en
Impact Pro worden gebruikt, een hoge weerstand hebben tegen vergiftiging
door waterstofsulfide (H
Daarom is een herhaalde begassing met H
moeten gasalarmen op het H
nodig herijking van de sensoren voor brandbare gassen. Als de sensoren worden
blootgesteld aan veertig toepassingen van H
verliezen de sensoren gemiddeld ca. 20% van hun gevoeligheid.
De toxische sensoren zijn gas-specifiek, waardoor de effecten van interfererende
gassen tot een minimum worden beperkt. Volgende tabel geeft een overzicht van
het effect van diverse gassen op de koolmonoxide- en waterstofsulfidesensoren.
38
-kanaal niet wanneer CO
2
S), valt enig gevoeligheidsverlies toch te verwachten.
2
S kanaal worden gevolgd door controles en indien
2
Impact / Impact Pro / Impact Pro IR Bedieningsinstructies
2
-concentraties werd blootgesteld hoger
2
). Zuurstofsensoren kunnen een hoge
2
S ten stelligste aan te bevelen, of
2
S (telkens gedurende 1 minuut),
2
-sensor
2
wordt aangegeven in