Tips voor de bekabeling
Als het niet mogelijk is, om de kabels door de muur te voeren kunt u één van de onderstaande
alternatieve methoden aanwenden:
1. Kabelgoot:
Voer de kabel naar onder toe uit de houder. Gebruik een kabelgoot (breedte min. 40 mm, diepte
min. 30 mm) om de kabel beschermd te installeren.
2. Inbouwdoos:
Gebruik een inbouwdoos (breedte en hoogte min. 105 mm, diepte min. 35 mm) en boor een gat
in het deksel van de doos zodat de netwerkkabel en het netsnoer in de inbouwdoos kunnen
worden gevoerd. Vervolgens installeert u de camera met houder op het deksel van de
inbouwdoos. Installeer de inbouwdoos op de gewenste installatieplaats en schroef het deksel met
de camera vast.
4.3. PPIC34520
Leg de houder op de plaats waar u de camera wilt installeren. Teken de benodigde boorgaten af en
boor deze. Bevestig vervolgens de houder met de meegeleverde ploegen en schroeven.
Daarna monteert u de camera op de houder door de camera met de klok mee op de schroefdraad te
schroeven. Als de camera helemaal opgeschroefd is, zet u de camera nog eens extra vast door de
vleugelmoer van onderen stevig vast te draaien.
Om de camera te richten, draait u de vleugelschroef aan de zijkant iets los en richt u de camera op de
juiste positie. Daarna zet u de camera weer vast door de vleugelschroef stevig aan te draaien.
14
Nederlands