GalaXy 16/16plus V3.00
Installateurshandleiding
6.6 Uitgangen
De standaardfuncties van de uitgangen van de
GalaXy alarmmeldcentrales zijn weergegeven
in Tabel 6-3:
Uitgang adres
Programmeerbaar
G16, G16 plus
SIRENE
NEE
FLITSER
NEE
LUIDSPREKER
NEE
1
JA
2
JA
3
JA
4
JA
Tabel 6-3: GalaXy uitgangen
6.6.1 Toepassen
Alle uitgangen van de GalaXy, met uitzondering
van de relaisuitgang, zijn transistor uitgangen.
Als de uitgang in rust is, is deze met de 12VDC
verbonden via een weerstand van 3k3Ω. Als de
uitgang geschakeld wordt, wordt de uitgang via
een transistor aan de 0VDC gelegd. De
maximale stroom die mag lopen is 400mA. Bij
grotere stromen moet
toegepast die voldoende stroom kan schakelen,
terwijl de spoelstroom onder de 400mA blijft.
De relaisuitgang is van het enkel wissel type.
Hiermee kan potentiaalvrij een apparaat worden
aangestuurd.
Het
relais kan
toegepast als galvanische scheiding tussen
verschillende voedingen of voor de aansturing
van andere spanningen (bv. AC).
6.6.2 Kabeltype
Het toegepaste kabeltype voor de uitgangen
moet afgestemd worden op de stroom die de
aangesloten belasting vraagt. De kabel hoeft
geen
getwiste
aderparen
afscherming van de kabel moet op correcte
wijze worden geaard.
NOOT: De
kabel
voor
luidspreker moet niet geaard worden.
27-7-1999 14:35-3
Standaard
Functie
SIRENE
FLITSER
LUIDSPREKER
(16Ω)
BRAND
PANIEK
INBRAAK
INGESCHAKELD
een relais worden
ook
worden
te
hebben.
De
een
toegepaste
25
Bekabelingsvoorschriften: Uitgangen
6.6.3 De vaste uitgangsfuncties
6.6.3.1 Sirene
De uitgang # heeft de functie Sirene. Deze
wordt geactiveerd bij een volledig alarm. Deze
uitgangsfunctie
wordt
Sirenetijd, Sirene Vertraging en Aantal Resets.
(Resp. menuoptie 6.3, 6.8 en 6.4)
De Sirenes worden niet geactiveerd bij een
alarm
als
de
deelbeveiliging staat indien menuoptie 6.6.3
Parameters.Gebruikers Opties.Deel Alarm is
uitgeschakeld
6.6.3.2 Flitser
De uitgang Flitser wordt geactiveerd bij een
volledig alarm. Deze uitgangsfunctie wordt
beïnvloed door de Sirenetijd, Sirene Vertraging
en Aantal Resets. (Resp. menuoptie 6.3, 6.8 en
6.4)
De uitgangsfunktie kan met de Resetmode zo
worden geprogrammeerd dat de uitgang na een
alarm
continue
(Fabrieksinstelling).
De Flitsers worden niet geactiveerd bij een
alarm
als
de
deelbeveiliging staat indien menuoptie 6.6.3
Parameters.Gebruikers Opties.Deel Alarm is
uitgeschakeld
6.6.3.3 Luidspreker -
- 16Ω Ω Ω Ω
-
-
De uitgang Luidspreker -wordt geactiveerd bij
een volledig alarm, bij een lokaal alarm en
tijdens de in- en uitschakelprocedure. Deze
uitgangsfunctie
wordt
Sirenetijd, Sirene Vertraging en Aantal Resets.
(Resp. menuoptie 6.3, 6.8 en 6.4)
meegaande mode. Dit houdt in dat de uitgang
de status van de alarmmeldcentrale volgt. De
uitgang
wordt
geactiveerd
alarmmeldcentrale
deelbeveiligd is ingeschakeld. De uitgang blijft
geactiveerd totdat de alarmmeldcentrale wordt
uitgeschakeld.
beïnvloed
door
alarmmeldcentrale
geactiveerd
blijft
alarmmeldcentrale
beïnvloed
door
als
is
ingeschakeld
de
in
in
de
de
of