6. OPSTELLINGSMOGELIJKHEDEN:
6.1 Algemeen:
Voor de BTP pompen zijn de volgende opstellingen mogelijk:
- Opstelling -H
Horizontaal, op een grondplaat
- Opstelling- R
Horizontaal, op een rail constructie
- Opstelling -V
Vertikaal, op een voet
- Opstelling -K
V-snaar aangedreven
6.2 Opstelling –H:
Horizontale opstelling op grondplaat.
6.2.1 Uitlijning pomp-as / motor-as:
Na het bevestigen van de grondplaat aan de fundatie moet gecontroleerd worden dat:
De uitlijning is te corrigeren door middel van vulplaatjes onder de voeten van pomphuis, lager-huis
of motor.
Controleer deze uitlijning voordat de pomp in bedrijf wordt gesteld. Monteer na deze
controle de beschermkap weer in de originele stand.
Landustrie versie 06-14 NL | gebruikershandleiding pompinstallatie BTP-SERIES
Wijzigingen voorbehouden
De hoofdonderdelen zijn:
1.
pomphuis unit;
2.
lagerhuis unit;
3.
flexibele spacer koppeling;
4.
Beschermkap;
5.
motor;
6.
fundatieplaat;
7.
bevestigingsbouten;
8.
persleiding;
9.
zuigleiding;
Bij het installeren moet erop gelet worden dat:
- De grondplaat wordt verankerd aan de fundatie
- Het bovenvlak van persflens waterpas staat, pos 1.
- De grondplaat wordt volgegoten met niet
krimpende beton
- De pomp-as en motor zich in een lijn bevinden,
zie par.6.2.1.
- De krachten op de pers- en zuigflenzen de
waarden volgens de tabel in par.6.5 niet
overschrijden.
- De start- en stop- niveaus van de niveauregeling
zodanig zijn ingesteld, dat de pomp niet meer
dan 20 starts per uur maakt
De pomp-as nog in een lijn staat met de motor.
Door het verankeren van de grondplaat en het
aansluiten van de leidingen kan de uitlijning
gewijzigd zijn. Verwijder de beschermkap.
De uitlijning op twee punten controleren:
1. De radiale afwijking (R) max.0.4mm.
2. De hoekafwijking (A) max.1
.
o
(zie afbeelding)
9 / 28