2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid
Onderhoud en opslag
Schade door overspanning
Indien aan de tractor of aan een aangehangen
of aangebouwde machine gelast wordt, kan
de bedieningscomputer of de bedieningsterminal
door overspanning beschadigd raken.
Voordat u gaat lassen,
maakt u alle verbindingen tussen
bedieningsterminal of bedieningscomputer en
tractor los.
Schade door verkeerde reiniging
Reinig de bedieningscomputer of de
bedieningsterminal uitsluitend met een
vochtige, zachte doek.
Schade door verkeerde bedrijfstemperatuur
en opslagtemperatuur
Indien de bedrijfstemperatuur en de
opslagtemperatuur niet in acht worden genomen,
kan schade aan de bedieningscomputer of de
bedieningsterminal ontstaan, wat tot storingen en
gevaarlijke situaties kan leiden.
Gebruik de bedieningscomputer of de
bedieningsterminal alleen bij temperaturen
van -20 °C tot +65 °C
Bewaar de bedieningscomputer of de
bedieningsterminal alleen bij temperaturen
van -30 °C tot +80 °C
6
MG7387-NL-II | B.1 | 13.01.2022