Instellingen in het meetscherm
U heeft de mogelijkheid diverse instellingen rechtstreeks in het meetscherm te maken:
Meting benoemen: Druk op „No Name" links bovenin het display, om de actuele meting
onder een bepaalde naam op te slaan. U komt nu in het invoerscherm, waar u de naam voor
de desbetreffende meetwaarde in kunt voeren.
Lichtbron selecteren: Druk op „D65" bovenin het display, om de lichtbron te selecteren. U
komt nu in het selectiemenu, waar u de gewenste lichtbron kunt selecteren.
Meethoek selecteren: Druk op „10°" bovenin het display, om de meethoek te selecteren. U
komt nu in het selectiemenu, waar u de gewenste meethoek kunt selecteren.
Kleurruimte selecteren: Druk op „LAB" bovenin het display, om de kleurruimte te selecteren.
U komt nu in het selectiemenu, waar u de gewenste kleurruimte kunt selecteren.
Na de standaardmeting kunt u ook één of meerdere sample-metingen („Sample Measurement")
uitvoeren.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Druk links onderin het „Standard Measurement" scherm op „Sample". U komt nu in het
„Sample Measurement" beeldscherm.
2. Voer nogmaals een meting uit (zoals bij de standaard-meting).
3. het meetresultaat wordt vervolgens als afwijking tegenover de (standaard) referentiewaarde
weergegeven:
Opmerking: De waarden links zijn de meetresultaten van de samplemeting en de waarden rechts
geven de afwijking tegenover de referentiewaarde weer.
GEBRUIKSAANWIJZING Colorimeter PCE-CSM 10
9