5.3 Aanvullende functies
5.3.1 Gegevens beheren
Druk in het meetscherm op "Menu" en vervolgens op "Data" om naar het datascherm te gaan. Hier
heeft u de volgende opties:
Data bekijken („Check Record")
Hier kunt u de opgeslagen data bekijken. Gebruik „↑" en „↓" om door de metingen te
navigeren. Om de samplemetingen bij een standaard te bekijken, selecteert u de gewenste
standaard en drukt u op „Sample". De samplewaarden die opgeslagen zijn onder deze
standaard worden nu weergegeven. Gebruik „↑" en „↓" om door de samplewaarden te
navigeren. Druk op „Standard" om terug te keren naar de lijst met standaarden.
Afzonderlijke meting wissen
Om en meting te wissen, selecteert u de desbetreffende meting en drukt u op "Operate".
Aansluitend drukt u op „Delete Record". Er volgt een bevestigingsscherm, waarin u het
wissen kunt bevestigen.
Naam wijzigen
Om de naam, waaronder een meting is opgeslagen, te wijzigen drukt u op "Operate".
Aansluitend drukt u op „Edit Name". U komt in een invoerscherm, waar u de gewenste naam
kunt invoeren.
Samplewaarde opslaan als standaard/referentiewaarde
Indien u samplewaarden wilt toewijzen aan een standaard/referentiewaarde of wilt opslaan
als een standaard/referentiewaarde selecteert u de desbetreffende waarde en drukt u op
"Operate". Aansluitend drukt u op „Standard Entering". U komt nu in het „Standard
Measurement" scherm. Heeft u een samplewaarde geselecteerd, dan wordt deze nu
automatisch opgeslagen als standaard/referentiewaarde.
GEBRUIKSAANWIJZING Colorimeter PCE-CSM 10
11