VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
ALGEMEEN
• Gebruik uw camera niet in de onmiddellijke nabijheid van apparatuur met sterke magneetvelden en met
elektrostatische of elektromagnetische velden (zoals inductie-ovens, magnetrons, monitoren van tv of compu-
ter, videogame-consoles, mobiele telefoons, zendapparatuur). Hun elektromagnetische velden kunnen de
beeldregistraties verstoren.
• Sterke magneetvelden, bijv. die van luidsprekers of grote elektromotoren kunnen de opgeslagen gegevens
beschadigen, resp. de opnamen verstoren.
• Als de camera door het effect van elektromagnetische velden niet goed functioneert, deze uitschakelen, de
batterij verwijderen en de camera weer inschakelen.
• Gebruik de camera niet in de onmiddellijke nabijheid van radiozenders of hoogspanningsleidingen. Hun
elektromagnetische velden kunnen de beeldregistraties eveneens verstoren.
• Bewaar kleine onderdelen (bijvoorbeeld het accessoireschoen-kapje) in principe als volgt:
– buiten bereik van kinderen
– op een voor verlies en diefstal veilige locatie
• Moderne elektronische elementen reageren gevoelig op elektrostatische ontlading. Omdat mensen, bijv. bij
het lopen over synthetisch tapijt, al snel meer dan 10 000 Volt kunnen opbouwen, kan het bij aanraking van de
camera tot een ontlading komen, vooral als deze op een geleidende ondergrond ligt. Wanneer het alleen de
camerabehuizing betreft, is deze ontlading voor de elektronica absoluut ongevaarlijk. De elektronica is
weliswaar extra beveiligd, maar raak uit veiligheidsoverwegingen toch vooral de naar buiten lopende
contacten (zoals die in de flitsschoen) liever niet aan.
• Let op dat er geen vuil of krassen op de sensor voor de detectie van het objectieftype in de bajonet komen.
Zorg er ook voor dat zich daar geen zandkorrels of dergelijke deeltjes verzamelen die krassen op de bajonet
kunnen veroorzaken. Reinig dit onderdeel uitsluitend droog (bij systeemcamera's).
• Gebruik voor het schoonmaken van de contacten geen optiek-microvezeldoek (synthetisch), maar een
katoenen of linnen doek. Wanneer u van tevoren bewust een verwarmingsbuis of waterleiding (geleidend, met
'aarde' verbonden materiaal) aanraakt, wordt daardoor een eventueel aanwezige elektrostatische lading veilig
ontladen. U kunt vervuiling en oxidatie van de contacten ook vermijden door uw camera altijd met de
objectiefdop en het kapje op de flitsschoen-/zoekeraansluiting droog op te bergen (bij systeemcamera's).
• Gebruik uitsluitend de voor dit model bedoelde accessoires om storing, kortsluiting of een elektrische schok
te vermijden.
• Probeer nooit onderdelen van de behuizing (afdekkingen) te verwijderen. Vakkundige reparaties mogen
uitsluitend door een erkend servicepunt worden verricht.
• Bescherm de camera tegen contact met insectenspray en andere agressieve chemicaliën. (Was)benzine,
verdunner en alcohol mogen niet voor de reiniging worden gebruikt. Bepaalde chemicaliën en vloeistoffen
kunnen de behuizing van de camera, resp. het oppervlak beschadigen.
• Omdat rubber en kunststof agressieve chemicaliën kunnen afscheiden, mogen ze niet voor lange tijd met de
camera in contact blijven.
• Zorg ervoor dat er geen zand, stof en water in de camera binnendringt, bijvoorbeeld bij sneeuw, regen of aan
het strand. Dat geldt vooral bij het verwisselen van het objectief (bij systeemcamera's) en bij het plaatsen en
verwijderen van de geheugenkaart en de batterij. Zand en stof kunnen zowel camera, objectieven, geheugen-
kaart als de batterij beschadigen. Vocht kan tot storingen leiden en zelfs onherstelbare schade aan uw
camera en geheugenkaart veroorzaken.
OBJECTIEF
• Een objectief werkt als een brandglas als het volle zonlicht frontaal op de camera staat. De camera moet
daarom altijd tegen sterke zonnestraling worden beschermd.
• Het plaatsen van een objectiefdop, het opbergen van de camera in de schaduw of idealiter in de tas kan
helpen interne schade aan de camera te voorkomen.
BATTERIJ / OPLAADAPPARAAT
• U mag uitsluitend het batterijtype (BP-SCL7) gebruiken dat in deze handleiding wordt genoemd en beschreven.