5.4
ISDN-aansluiting testen
De overstap naar ISDN is voltooid wanneer u
kunt telefoneren. Als u niet kunt telefoneren,
controleer dan eerst of de telefoonstekker of de
ministekker van de NT1 in het hoofd-telefoon-
stopcontact is gestoken. Raadpleeg verder para-
graaf 6.2, Problemen oplossen.
42
6
Tips bij problemen
6.1
Onderhoud
U kunt de NT1 schoonmaken met een enigszins
vochtige of antistatische doek. Gebruik geen
wrijfwas of andere chemische middelen, omdat
die het materiaal kunnen aantasten.
6.2
Problemen oplossen
Probleem
Het groene controlelampje LIJN OK van de NT1 brandt
niet.
Oplossing (1)
Controleer of de telefoonstekker van de NT1 in het hoofd-
telefoonstopcontact is gestoken.
Probleem
U kunt niet telefoneren met uw ISDN-apparaten.
Oplossing (1)
Controleer eerst de gebruiksaanwijzing van het betreffen-
de ISDN-apparaat.
Oplossing (2)
Controleer of u de NT1 goed hebt aangesloten (zie hoofd-
stuk 3).
– Zijn de uiteinden van de ISDN-bekabeling afgesloten
met een afsluitweerstand (zie paragraaf 4.4)?
– Is de ISDN-bekabeling op de juiste manier aangelegd en
aangesloten (zie hoofdstuk 4)?
– Is de voedingsadapter (optioneel) aangesloten op de
NT1 en het elektriciteitsstopcontact?
– Is het maximumaantal ISDN-apparaten niet overschreden
(zie paragraaf 1.2)?
Oplossing (3)
Op de ISDN-bekabeling is een personal computer met
ISDN-pc-kaart aangesloten. Controleer of uw computer op
een geaard 230-Volt-stopcontact is aangesloten.
Oplossing (4)
Plaats een extra afsluitweerstand.
43