Eerste Uitgave - Tweede Druk
STOP. De arm is zijwaarts
horizontaal uitgestrekt, met
de handpalm omlaag, en
wordt naar voren en
achteren gezwaaid.
ZWENKEN. De arm is
horizontaal uitgestrekt,de
wijsvinger wijst in de
richting waarin de arm moet
zwenken.
ARM LATEN ZAKKEN. De
arm is zijwaarts horizontaal
uitgestrekt, de duim wijst
omlaag terwijl de overige
vingers gesloten zijn.
Code
57.0303.5223
NOODSTOP. Beide armen zijn zijwaarts horizontaal
uitgestrekt, met de handpalmen omlaag, en worden naar
voren en achteren gezwaaid.
TELESCOPISCHE ARM
ARM HEFFEN EN LAST
INTREKKEN.De handen
LATEN ZAKKEN. De arm is
bevinden zich voor het
zijwaarts uitgestrekt en de
lichaam op taillehoogte,de
duim wijst omhoog, de
duimen wijzen naar elkaar
vingers worden geopend en
terwijl de overige vingers
gesloten zolang
gesloten zijn.
verplaatsing van de last is
gewenst.
TELESCOPISCHE ARM
VERPLAATSEN/
UITGESCHOVEN.De
TORENVERPLAATSEN.
handen bevinden zich voor
Alle vingers wijzen omhoog,
het lichaam op
de arm wordt horizontaal
taillehoogte,de duimen
naar voren uitgestrekt en
wijzen naar buiten terwijl de
ingetrokken om een
overigevingers gesloten
duwbeweging in de
zijn.
beweegrichting te maken.
Werktuigen voor het heffen van hangende lasten
Veiligheid in het werkgebied
HIJSEN. De bovenarm is
zijwaarts uitgestrekt,de
onderarm en wijsvinger
wijzen recht omhoog, hand
en vinger maken kleine
cirkelbewegingen.
EINDE VAN DE
WERKZAAMHEDEN.
Beide handen zijn op
taillehoogte
samengevoegd.
ARM LATEN ZAKKEN EN
LAST HIJSEN.De arm is
zijwaarts horizontaal
uitgestrekt en de duim wijst
omlaag, de vingers worden
geopend en gesloten
zolang verplaatsing van de
last is gewenst.
December 2015
TELESCOPISCHE ARM
HEFFEN. De arm is
zijwaarts horizontaal
uitgestrekt, de duim wijst
omhoog terwijl de overige
vingers gesloten zijn.
VIEREN. De arm en
wijsvinger wijzen omlaag,
de hand en vinger maken
kleine cirkelbewegingen.
LANGZAAM BEWEGEN.
De andere hand wordt voor
de hand geplaatst die het
actiesignaal geeft.
11