Eerste Uitgave - Tweede Druk
Een hangende last opheffen
Controleer of het landingspunt vlak is en de last
veilig kan dragen.
Zet het werktuig goed vast aan de machine.
Nivelleer het frame van de machine.
Zet de last vast om de beweging ervan te
beperken.
Vraag een aanwijzer om te assisteren bij het
heffen van de last als het zicht belemmerd wordt
op de werkplek.
Zorg dat de aanwijzer voortdurend blijft
communiceren en oogcontact houdt.
Hef de arm en last, met de arm zover ingetrokken
als praktisch is, langzaam en geleidelijk, en zorg
dat de last en de arm zo laag bij de grond blijven
als praktisch is.
Zorg dat alle bewegingen van de arm en de
werktuig zo langzaam worden uitgevoerd als
praktisch is om het zwaaien van de last te
voorkomen.
Hef nooit een gewicht dat boven het maximum
draagvermogen van het hijswerktuig
De hijsstroppen niet door elkaar halen of vastknopen
en gebruik geen bouten, spijkers of metalen
onderdelen om de lengte ervan te
Maak geen kapotte kabels aan elkaar
Verplaats de last niet door de haak aan een schakel
van de ketting vast te
maken.
Laat het hijskabels, toebehoren of andere blokkeer
inrichtingen niet slingeren als ze niet gebruikt worden.
Plaats ze weer terug in de speciale rekken of bewaar
ze in een veilige
plaats.
Code
57.0303.5223
ligt.
verminderen.
vast.
Werktuigen voor het heffen van hangende lasten
Veiligheid in het werkgebied
Gebruik het hijswerktuig niet om een last op de grond
voort te
slepen.
De hijskettingen niet door elkaar halen of vastknopen
om de lengte ervan te verminderen; gebruik uitsluitend
daarvoor bestemde ingebouwde koppelingen.
Gebruik geen geïmproviseerde kettingen of
Voer geen las- of snijhandelingen uit op de schakels
van de
ketting.
Gebruik op de schakels van de ketting geen
chemische
middelen.
Rijden
Controleer of de rijroute vlak is en in staat is om de
machine met zijn last te ondersteunen.
Houd de arm en last zo laag als mogelijk is met
behoud van het zicht in de rijrichting.
Vraag een aanwijzer om u te assisteren bij
het rijden als het zicht belemmerd wordt in de
rijrichting.
Gevaar voor platdrukken of botsing. Zorg dat de
aanwijzers voortdurend blijft communiceren en
altijd oogcontact houdt.
Verplaats de last pas nadat de machine helemaal
tot stilstand is gebracht.
Start, stop, beweeg en draai langzaam om
onstabiele toestanden of zwaaien te voorkomen.
Rijd niet sneller dan loopsnelheid (<2 mph / 3,2
km/u).
December 2015
kabels.
9