Afdrukken op opstrijktransfers
1
Plaats opstrijktransfers in de printer.
2
Open de gewenste afbeelding en klik op Bestand
3
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
4
Selecteer op het tabblad Afdrukindeling de optie Spiegelen als u de afbeelding wilt spiegelen met de software.
Selecteer Normaal als u een programma gebruikt waarmee de afbeelding automatisch wordt gespiegeld.
5
Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten.
6
Druk de opstrijktransfers af.
Opmerking: duw de opstrijktransfers niet te ver in de printer.
Meerdere pagina's afdrukken op één vel
1
Plaats papier in de printer.
2
Open het gewenste bestand en klik op Bestand
3
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
4
Selecteer N per vel in het gedeelte Afdrukindeling.
5
Selecteer het aantal pagina's dat u op elke pagina wilt afdrukken.
6
Selecteer Paginaranden afdrukken als u een rand wilt afdrukken om elke pagina.
7
Klik op OK.
8
Klik op OK of Afdrukken.
Laatste pagina eerst afdrukken (omgekeerde paginavolgorde)
1
Plaats papier in de printer.
2
Open het gewenste bestand en klik op Bestand
3
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
4
Selecteer Laatste pagina eerst afdrukken op het tabblad Kwaliteit/exemplaren.
5
Klik op OK.
6
Klik op OK of Afdrukken.
Transparanten afdrukken
1
Plaats transparanten in de printer.
2
Open het gewenste bestand en klik op Bestand
3
Klik op OK of Afdrukken.
Opmerking: Verwijder de afzonderlijke transparanten zodra ze uit de printer komen en laat de transparanten drogen
voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de transparanten. De transparanten moeten ongeveer
15 minuten drogen.
Afdrukken.
Afdrukken.
Afdrukken.
Afdrukken.
26