Inhoudsopgave
Advertenties
5.4 Instellen van de verschillende ventilatiestanden
Na het monteren van de unit, kan het ventilatiedebiet voor de verschillende ventilatiestanden worden ingesteld. In de meeste
gevallen is het voldoende om enkel de maximale stand nog nauwkeuriger in te stellen. De te volgen procedure is als volgt:
•
Controleer eerst of het toestel spanningsloos is. Trek, indien nodig, de stekker uit het stopcontact.
•
Neem een imbussleutel van 4mm en schroef hiermee het frontpaneel los.
•
Op het elektronisch controlepaneel (zie schets op de volgende pagina) bevinden zich 2 rijen met dipswitches.
Door het instellen van deze switches kan het ventilatiedebiet voor elke ventilatiestand worden ingesteld.
•
Met de bovenste rij van 8 switches wordt het extractiedebiet ingesteld.
Met de onderste rij van 8 switches wordt het pulsiedebiet ingesteld.
•
De positie van de switches met bijhorend percentage PWM vindt u hieronder.
•
Na het beëindigen van de debietsinstellingen, kan het frontpaneel opnieuw worden gemonteerd.
Ventilatiestand: LOW
- instelbereik: van min. tot +/- 120m³/h
- stapgrootte: +/- 20m³/h
- max. opgenomen vermogen: 27W
LEGENDE:
schakelaar naar boven
schakelaar naar beneden
BELANGRIJK: Meestal is het drukverlies van het
kanalennet voor pulsie en extractie niet gelijk.
Dit kan aanleiding geven tot een verschillende
instelling van de dipswitches om het ventilatiesysteem
in balans te kunnen brengen.
Ventilatiestand: MEDIUM
- instelbereik: van +/-130 tot +/-200m³/h
- stapgrootte: +/- 10m³/h
- max. opgenomen vermogen: 58W
Installatie- en gebruikershandleiding
Ventilatiestand: HIGH
- instelbereik: van +/-200 tot maximum
- stapgrootte: +/- 5m³/h
- max. opgenomen vermogen: 137W
19
Advertenties
Inhoudsopgave
