4.5 Minimumafstanden rondom het ventilatietoestel
Voorzie een minimale afstand van 20cm rondom het ventilatietoestel. Deze vrije ruimte is absoluut nodig om achteraf eenvoudig de
filters te kunnen vervangen en om onderhoudswerkzaamheden mogelijk te maken.
Plafondmontage
Benodigde ruimte onder het toestel om het frontpaneel eenvoudig te kunnen monteren en demonteren bij plafondmontage.
BELANGRIJK: Het ventilatietoestel moet steeds eenvoudig toegankelijk zijn (ook na montage).
5. INSTALLATIE
•
De installatie mag enkel worden uitgevoerd door ervaren vaklui.
•
Bij het verbinden van de kanalen met het ventilatietoestel dient u elk kanaal met de juiste aansluiting van het toestel te
verbinden. Bekijk hiervoor aandachtig de labels die op het toestel werden aangebracht.
•
Wij raden u aan om de aansluitingen van het ventilatietoestel te beschermen tegen stof en vuil zolang het kanalennet niet
volledig is afgewerkt en aangesloten.
•
Het is raadzaam om geen bochten en T-stukken rechtstreeks op de aansluitflenzen van het toestel te monteren, maar om
steeds te starten met een recht kanaal van minimum 0,5m.
•
U dient de unit op te hangen met de bijgeleverde beugels en bijhorende rubberen anti-vibratiestuds om trillingsgeluiden te
voorkomen. De anti-vibratierubbers moeten met de metalen insert of ingewerkte rondel naar de voorzijde gemonteerd worden.
•
U dient voldoende ruimte te voorzien voor het vervangen van de filters en voor het verwijderen van het frontpaneel voor
onderhoudswerkzaamheden.
•
Gelieve het ventilatietoestel op min. 40cm afstand van een nabijgelegen lokaal te monteren om geluidshinder t.g.v. de werking
van het toestel te vermijden.
•
De ventilatiekanalen dienen eenvoudig te kunnen worden losgekoppeld van de unit om op een eenvoudige manier onderhoud te
kunnen uitvoeren.
5.1 Montagemogelijkheden
5.1.1 Plafondmontage
•
montage met het deksel naar beneden gericht.
•
VERPLICHT AFSCHOT VAN 1° om een goede condensafvoer mogelijk te maken in de richting van de buitenaansluitingen.
Gebruik hiervoor de 2 extra-lange montagehaken om het vereiste afschot te realiseren (zie bijgeleverde accessoires).
•
Kies de juiste schroeven en pluggen i.f.v. de ondergrond of materiaal waartegen de unit zal worden gemonteerd. Ook het
gebruik van chemische verankering kan in bepaalde omstandigheden noodzakelijk zijn om de vereiste draagkracht te bekomen.
14
Z
Installatie- en gebruikershandleiding
condensafvoer
(zie 5.2)
H = min 150 mm