Hoofdstuk 10: Camera-instelling
2. Selecteer bij
Camera
3. Voer bij
Camera Name
naam mag uit maximaal 32 alfanumerieke tekens bestaan.
4. Schakel de vakken
(Weergavedatum) en
datum en dag weer te geven.
5. Selecteer een datumnotatie en een tijdnotatie.
6. Selecteer hoe de informatie van de camera wordt weergegeven.
Selecteer één van de opties in de vervolgkeuzelijst. Standaard is dit niet-
transparant/niet-knipperend.
•
Transparant & knipperend
•
Transparant & niet-knipperend
•
Ondoorzichtig & knipperend
•
Ondoorzichtig & niet knipperend
7. Er bevinden zich twee gekleurde tekstvakken in het cameraweergavescherm; een
voor de cameranaam (rood vak) en een voor de datum/tijd (geel vak). Klik en sleep
een tekstvak naar de weergavepositie met de muis.
8. Als u de instellingen naar andere camera's wilt kopiëren, klikt u op
en selecteert u de gewenste camera's. Klik op OK.
9. Klik op
Apply
(Toepassen) om de instellingen op te slaan en vervolgens op
(Afsluiten) om terug te keren naar de live-weergave.
Beeldinstellingen
Op het tabblad Beeld kunt u de beeldinstellingen van elk afzonderlijke camerakanaal
wijzigen.
Het kan zijn dat u het camerabeeld moet aanpassen, afhankelijk van de achtergrond
van de locatie, om de beste beeldkwaliteit te verkrijgen.
U kunt de digitale ruisonderdrukking aanpassen om de beeldkwaliteit te verbeteren.
Deze functie verwijdert beeldruis uit een videosignaal dat vaak bij weinig licht meer
optreedt.
Opmerking: Deze opties kunnen ook worden gewijzigd met de beeldinstellingenknop
op de werkbalk van de live-weergave (zie "Werkbalk voor live-weergave" op pagina 27.)
U past als volgt de beeldinstellingen aan:
1. Klik in de menuwerkbalk op
2. Selecteer bij
Camera
3. Selecteer bij
Image Setup
70
de gewenste camera.
(Cameranaam) eventueel een naam in voor de camera. De
Display Name
(Weergavenaam),
Display Day
(Weergavedag) in om de naam van de camera,
Camera Setup
de gewenste camera:
(Beeldinstellingen) is alleen Aangepast beschikbaar.
Display Date
(Camera-instelling) >
TruVision NVR 22 (S/P) Gebruikershandleiding
Copy
(Kopiëren)
Exit
Image
(Beeld).