Hoofdstuk 2
Fysieke installatie
In deze sectie leert u hoe u de recorder installeert.
Installatieomgeving
Tijdens het installeren van uw product moet u rekening houden met het volgende:
•
Ventilatie
•
Temperatuur
•
Vocht
•
Chassisbelasting
Ventilatie: Zorg dat er geen ventilatieopeningen worden geblokkeerd. U moet de
installatie uitvoeren in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. De
installatieplaats moet goed geventileerd zijn.
Temperatuur: Houd bij de keuze van de installatieplaats rekening met de bedrijfs-
temperatuur van de recorder (-10 tot +55 ºC) en de toegestane niet condenserende
luchtvochtigheid (10 tot 90 %). Extreem warme of koude temperaturen buiten het
aangegeven bedrijfstemperatuurbereik kunnen de levensduur van de recorder
verkorten. Installeer de recorder niet boven op andere hete apparatuur. Zorg voor
44 mm (1,75 in.) ruimte tussen in een rack gemonteerde DVR-units.
Vocht: Dit product is gevoelig voor water en vocht. Vocht kan de inwendige delen
beschadigen. Stel deze eenheid niet bloot aan regen of vocht om het risico op brand of
een elektrische schok te verminderen.
Behuizing: Apparatuur tot een gewicht van 15,9 kg (35 lb.) mag boven op de recorder
worden geplaatst.
TruVision NVR 22 (S/P) Gebruikershandleiding
5