3. Stel de hot spare-recorder in.
Schakel het selectievakje
Opmerking: Nadat de hot spare ingeschakeld is, moet deze aan server worden
toegevoegd om beschikbaar te worden.
4. Klik op
Apply
(Toepassen) om de instellingen op te slaan.
5. Klik op
Exit
(Afsluiten) om terug te keren naar de live-weergavemodus of ga door
met het configureren van de recorderinstellingen.
Opnemen op de SD-kaart
Opnemen gebeurt normaal gesproken op de lokale HDD van de recorder. Echter
wanneer er een communicatieprobleem optreedt tussen de camera en de recorder
(bijvoorbeeld, de koppeling mislukt), kunnen de beelden van de camera niet worden
opgeslagen op de HDD van de recorder. In plaats daarvan kunnen ze worden
opgenomen op de interne SD-geheugenkaart in de camera. De camera moet
operationeel en aangesloten op het netwerk blijven.
Opmerking: Deze optie voor SD-opnames is alleen beschikbaar wanneer de camera is
uitgerust met een SD-kaart.
Het opnemen op de SD-kaart begint 15 seconden eerder met de geheugenbuffer voor
de gebeurtenis (standaardtijd is 15 s voor de gebeurtenis) en blijft doorgaan totdat de
verbinding weer is hersteld. De opname omvat tevens de geheugenbuffer na de
gebeurtenis (standaardtijd na de gebeurtenis is 10 s). Na de gebeurtenis is de lengte
van de geheugenbuffertijd nadat de verbinding tussen de camera en de recorder weer
is hersteld.
Wanneer de verbinding tussen de recorder en de camera weer is hersteld, worden de
opgenomen beelden op de SD-geheugenkaart automatisch gekopieerd naar de
recorder en opgeslagen op de HDD. De opgenomen beelden worden ingevoegd op de
TruVision NVR 22 (S/P) Gebruikershandleiding
Recovery Unit
(Hersteleenheid) in.
Hoofdstuk 12: Opnemen
101