Inhoudsopgave
Advertenties
4.5.20 Aansluiting intelligente regelaar (Smart Grid -
SG)
Zodra de functie via de parameter [SMART GRID] = 1 is geacti-
veerd (zie bedieningshandleiding van de regeling), is geactiveerd
(zie bedieningshandleiding van de regeling), wordt de warmte-
pomp, afhankelijk van het signaal van het energiebedrijf, in de
modus stand-by, normaal of een bedrijf met hogere temperaturen
gezet.
Daartoe moeten de spanningsvrije schakelcontacten
SG1/SG2 van de intelligente regelaar op de stekker J8, aanslui-
tingen Smart Grid en EVU, op de schakelplaat RoCon BM1
worden aangesloten (zie afb. 4-44).
4.5.21 Symbolen en legenda-omschrijvingen voor aansluit- en schakelschema's
Symbolen
Aardleider
Externespanningsarme aarding
Aansluitklem
Stekkeraansluiting
Klemmenstrip
2-aderige bekabeling (niet afgeschermd)
4-aderige bekabeling (niet afgeschermd)
6-aderige bekabeling (niet afgeschermd)
Tab. 4-2 Symboolomschrijvingen voor aansluit- en schakelschema's
FA ROTEX HPSU compact (V5) • 01/2016
Uitleg
4
x
Montage en installatie
Zodra de functie Smart Grid actief is, wordt de HT/NT-functie au-
tomatisch uitgeschakeld. Afhankelijk van de waarde van de para-
meter [Mode SG] wordt de warmtepomp verschillende aange-
stuurd (zie bedieningshandleiding van de regeling).
Afb. 4-44 Aansluiting Smart Grid
Symbolen
Externe bekabeling (aantal enkele aders en de
netspanning zijn ten dele ook vermeld)
Toets
DIP-schakelaar
Optioneel onderdeel
Stekker-busverbinding
3-aderige bekabeling (niet afgeschermd)
5-aderige bekabeling (niet afgeschermd)
Kabels afgeschermd (vb. 3-aderig)
Uitleg
37
Advertenties
Inhoudsopgave
