2. Stel de hoogte van de onderbeenfixatie
zodanig in dat deze is afgestemd op het
onderbeen van de berijder.
3. Ook is de hoek van de beenkom in te
stellen. Roteer de beenkom in de juiste
positie.
4. Bevestig het elastiek op een zelf te
bepalen punt aan het frame, zodat de
onderbeenfixatie in ruststand rechtop blijft
staan.
5. Gebruik het klittenband om het onderbeen
vast te zetten.
Gebruiksaanwijzing
Tandemlijn 16.05
3.
5.
2.
4.
25